Jaarrekening 2019

Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Inleiding

De uitbraak van het coronavirus eind februari 2020 heeft een enorme impact. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van de gevolgen van COVID-19 hebben we, aanvullend op de landelijke en regionale maatregelen, een pakket aan lokale economische hulpmaatregelen genomen. Deze maatregelen zijn gericht op het borgen van de liquiditeit van lokale ondernemers, zzp’ers, maatschappelijke organisaties, culturele instellingen en (sport) verenigingen.
De gevolgen van het coronavirus raken veel beleidsterreinen van onze organisatie. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming. We hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen.
De gevolgen voor de ontwikkeling van de financiële positie van onze gemeente is nog onzeker. Op het moment van het samenstellen van de jaarrekening 2019 is nog onvoldoende in beeld welke risico’s en/of effecten dit precies kunnen zijn. We kunnen al wel aangeven dat de risico’s een negatief effect zullen hebben op financiële kengetallen als netto schuldquote, solvabiliteit en weerstandsvermogen. In de bestuursrapportages 2020 en de begroting 2021 wordt een actueel beeld gegeven van de (financiële) gevolgen.
Hieronder wordt verder ingegaan op de verantwoording over 2019.

Bij het bereiken van onze doelstellingen en het bewaken van de financiële positie van de gemeente Houten is inzicht gewenst in de mogelijkheden om tegenvallers op te vangen (de weerstandscapaciteit) en potentiële tegenvallers (risico’s). In deze paragraaf werken we deze  weerstandscapaciteit en de risico’s uit. De verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt het weerstandsvermogen genoemd en geeft een beeld van de robuustheid van onze financiële situatie. Een toereikend weerstandsvermogen voorkomt dat iedere financiële tegenvaller ons tot bezuinigingen dwingt of ten koste gaat van bestaande taken.
Daarnaast is adequaat risicomanagement gewenst. Dit betekent een proactieve houding in het signaleren, herkennen en beheersen van risico’s. Concreet vullen we dit in met een periodieke screening op mogelijke risico’s en het nemen van  beheermaatregelen. Bij de verdere implementatie van risicomanagement blijft in 2020 de focus op de ontwikkeling van de soft controls (cultuur is belangrijker dan instrumenten) te liggen. Dit krijgt zijn plek in periodieke dialoog tussen directie, teammanagers en ‘risico-eigenaren’ over onderwerpen als risicobewustzijn, transparantie, integriteit en respect, vertrouwen en communicatie, voorbeeldgedrag.

De paragraaf begint met een weergave van weerstandscapaciteit. Vervolgens komt het risicoprofiel, uitgesplitst in risico’s aan bod. Vanuit de weerstandscapaciteit en risico’s wordt een conclusie getrokken over ons weerstandsvermogen.
De paragraaf sluit af met een aantal financiële kengetallen.

2. Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen en mogelijkheden om niet begrote, onverwachte kosten te dekken. Deze bestaan uit het vrije deel van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de stelpost onvoorzien. De werkelijke omvang eind 2018, eind 2019 en begin 2020 wordt in de volgende tabel weergegeven.

bedragen x € 1.000

Weerstandscapaciteit

1-1-2019

31-12-2019

1-1-2020

Vrij deel algemene reserve

 2.650

2.650

2.650

Resultaat 2019
Resultaatbestemmingen 2019

513
-249

- provinciale minimumnorm

2.496

2.509

2.509

- boven de provinciale minimumnorm

154

142

405

Onbenutte belastingcapaciteit

1.990

Stelpost onvoorzien

62

Totaal

2.650

2.650

4.966

Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve eind 2019 is onveranderd gebleven ten opzichte van eind 2018 en bedraagt € 2,650 miljoen. Aan dit vrije deel van de algemene reserve stelt de provincie (als toezichthouder) als omvang een minimumnorm van € 50 per inwoner. Met een inwonersaantal eind 2019 van 50.177 inwoners moet het vrij besteedbaar deel een minimumomvang hebben van € 2,509 mln. Begin 2020 bedraagt het vrij besteedbaar deel van de algemene reserve € 2,914 mln en ligt € 0,405 mln boven de minimumnorm, dus dit voldoet aan deze minimumnorm.

De onbenutte belastingcapaciteit eind 2019 is € 0. Aanpassing van belastingtarieven voor 2019 is immers niet meer mogelijk. In de begroting 2020 is een geactualiseerde prognose van de onbenutte belastingcapaciteit met peildatum 1-1-2020 berekend van  € 1,990 miljoen. Dit is in de tabel van 1-1-2020 weergegeven.

De omvang van de stelpost onvoorzien is gebaseerd € 1,25 per inwoner en heeft net als voorgaande jaren een omvang van € 62.000.

De beklemde algemene reserve en het concernweerstandsvermogen grondexploitaties worden niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. De beklemde algemene reserve van € 21,6 miljoen kan alleen op basis van de door de raad vastgestelde criteria worden ingezet. Het concernweerstandsvermogen van de grondexploitaties is onderdeel van de risicobuffer voor de grondexploitaties en daarmee niet vrij besteedbaar. De omvang van dit concernweerstandsvermogen is voor 2019 € 4,75 miljoen.

3. Risicoprofiel

Het risicoprofiel valt uiteen in niet-kwantitatieve risico’s (onzekerheden) en kwantitatieve risico's. De niet-kwantitatieve risico’s zijn ontwikkelingen waarvan de waarschijnlijkheid en de (financiële) impact van de ontwikkeling (nog) niet kan worden ingeschat maar op termijn wel tot een risico kunnen leiden. De kwantitatieve risico’s zijn risico’s waarvan de financiële gevolgschade wel kan worden gekwantificeerd. Deze kwantitatieve risico’s zijn relevant bij het bepalen van de omvang van het weerstandsvermogen.

3a. De niet-kwantitatieve risico’s ( onzekerheden)

De onzekerheden zijn in 4 categorieën onderverdeeld:

  1. Financieel-economisch
  2. Organisatie
  3. Juridisch
  4. Verbonden Partijen

Achter elk risico is aangegeven of het gaat om een nieuw, gewijzigd of ongewijzigd risico ten opzichte van de risicoparagraaf van de begroting 2020 (laatste integrale berichtgeving over risico’s.

  1. Financieel-economisch

Vertraging projecten door PFAS-houdende grond (gewijzigd)
Sinds 8 juli 2019 geldt een tijdelijk landelijk handelingskader PFAS met als doel een invulling te geven van de zorgplicht bij grondverzet en hergebruik van grond en bagger. In december 2019 is door het rijk een lichte versoepeling wat betreft de normen doorgevoerd. Ook is in Houten beleid voor PFAS in de bodem vastgesteld. We verwachten dat een deel van het grondverzet hier profijt van zal hebben (vooral grondverzet binnen de gemeente). Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijft bij de afvoer van PFAS-houdende grond naar buiten de gemeente Houten voorlopig nog problematisch.
Directe gevolgen zijn dan dat projectontwikkelaars, aannemers, saneerders en baggeraars hun grond/bagger niet kwijt kunnen omdat, strikt genomen, grondbanken en andere grond verwerkende inrichtingen PFAS houdende grond niet mogen ontvangen, niet kunnen opslaan, reinigen en het moeilijker wordt de grond weer terug te zetten in de markt (toepassingseisen). Dit kan dan nog steeds leiden tot vertragingen en zelfs uitstel van projecten, extra (plan)kosten en illegale handelingen met vrijkomende grond. Deze grondbanken zijn verspreid over verschillende gemeenten en de gevolgen van deze bottleneck c.q. opname stop is een RUD-regio breed probleem. Wel zien we dat in de regio steeds meer passend PFAS beleid wordt vastgesteld waardoor grondverzet binnen de regio wat betreft PFAS steeds minder problematisch zal verlopen.

Programma Aanpak Stikstof (gewijzigd)
Sinds 2015 geldt de PAS als generiek model om toestemming te verlenen voor projecten die mogelijk gevolgen hebben voor de instandhouding van Natura 2000-gebieden. Met de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 mag de PAS hiervoor niet meer als onderbouwing worden gebruikt. De vergunningverlening van natuurvergunningen is daardoor stil komen te liggen. Sindsdien zijn het Rijk en Provincies samen met andere overheden en stakeholders in overleg hoe er op korte en lange termijn omgegaan moet worden met de ontstane stikstofproblematiek. De actualiteiten hierover volgen zich de laatste tijd in rap tempo op.

Provinciale toestemming voor ruimtelijke projecten.
De Provincie Utrecht heeft net als alle andere provincies op 9 oktober jl. beleidsregels vastgesteld over de manier waarop zij hun vergunningverlening inzake natuurvergunning weer oppakken. Vastgesteld is dat op basis van een vernieuwde calculator (Aerius) berekend kan worden of bij de uitvoering en het gebruik van een nieuw ruimtelijk project sprake is van extra stikstofuitstoot ten opzichte van de bestaande situatie. Initiatiefnemers moeten dit programma gebruiken voor de onderbouwing van hun project. Indien geen extra uitstoot wordt veroorzaakt, kunnen initiatiefnemers deze uitkomst gebruiken voor de ruimtelijke onderbouwing op dit aspect van hun project en is een natuurvergunning van de Provincie Utrecht niet nodig.

Gevolgen voor gemeente Houten
Initiatiefnemers die voor hun projecten een natuurvergunning nodig hebben van de Provincie en die deze op dit moment niet kunnen verkrijgen, kunnen ook geen omgevingsvergunning of vastgesteld bestemmingsplan verkrijgen. Deze projecten liggen op dit moment stil. Het voordeel voor Houten is, dat de afstand tot een Natura 2000-gebieden relatief ruim is. De invloed van afzonderlijke projecten binnen de gemeente is daarom in verhouding gering. Dit houdt in dat er vooralsnog geen projecten binnen de gemeente zijn, die in voorbereiding zijn maar op dit moment stilliggen. Van initiatiefnemers verlangen wij per project een onderbouwing op basis van een Aerius-berekening, waaruit moet blijken dat een project inderdaad geen effect heeft op de instandhoudings-doelstellingen van Natura 2000-gebieden.

Gevolgen voor het project A27/A12 Ring Utrecht
In de MIRT kamerbrief ‘Bestuurlijke Overleggen MIRT 20 en 21 november 2019 is aangegeven dat:

Voor de Ring Utrecht wordt een nieuw Tracébesluit (TB) opgesteld. Hierbij zal een beoordeling van de effecten van stikstof worden opgenomen. Dit project is één van de zeven projecten aangewezen door het kabinet die gebruik kunnen maken van de vrijkomende stikstofruimte door de generieke maatregelen (o.a. snelheidsverlaging), om te voldoen aan de stikstofnormen. Het streven is om het Tracébesluit voor dit project in 2020 vast te stellen. Daarnaast wordt uitgegaan van de bestaande afspraken met extra bovenwettelijke inpassingsmaatregelen”.
RWS heeft eerder genoemd dat de ambitie voor het vaststellen van het TB, voor 1 april 2020 zou zijn, later is door RWS aangegeven dat dit 1 juli 2020 zal worden. De reden om destijds voor 1 april te komen tot een vastgesteld TB, is dat na 1 april een nieuwe release komt van verkeersmodel NRM 2020. Hetgeen betekent dat hier een gevoeligheidsanalyse voor moet worden uitvoeren. De verwachting is dat de nieuwe berekeningen 1 april 2020 gereed zullen zijn, tevens zal er een nieuwe stikstof calculator (19.1) beschikbaar zijn. Het wettelijk pakket en bovenwettelijk maatregelenpakket (o.a. hogere geluidschermen Waijensedijk/Koppeldijk) zullen ongewijzigd blijven. Planning werkzaamheden: nieuw Tracé Besluit is focus. Verwachting na de zomer 2020 project weer op stoom. Ambtelijk zijn de voorbereidingen in januari weer van start gegaan. Start werkzaamheden: 2023.

Voor het project A27 Houten – Hooipolder lijken de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State mee te vallen.

Project Houten-Bunnik/Oostelijke Ontsluiting A12 (gewijzigd)
De provincie, Bunnik en Houten hebben (financiële) afspraken gemaakt over de projecten uit het integraal maatregelpakket Bunnik-Houten. De projecten waar Houten aan bijdraagt zijn genoemd in het bestedingsplan mobiliteit en bereikbaarheid (maart 2019). De provincie en gemeenten hebben afgesproken om Q1 van 2020 in overleg te gaan met Rijkswaterstaat over een volledige aansluiting op de A12, in plaats van de ¾ verbinding richting Arnhem. Zowel inhoudelijk als financieel is er nog geen duidelijkheid.

Eiland van Schalkwijk (gewijzigd)
De Mobiliteitsvisie Eiland van Schalkwijk 2017-2027 en beschikbare subsidies leiden tot nieuwe infrastructuur (o.a. ontsluiting van het verkeer naar de forten) en de ontwikkeling van toeristische voorzieningen.

Bij de realisatie van deze onderdelen moet rekening worden gehouden met de kosten voor beheer en exploitatie. De mobiliteitsvisie (vastgesteld in 2017) heeft o.a. een relatie met de ontwikkeling van Fort Honswijk. Voor de 22 deelprojecten (in 10 jaar) is € 22 mln nodig. Het risico betreft de prioritering en mogelijke vertraging van de deelprojecten. Als investeringen op de mobiliteitsvisie achterblijven, levert dat extra risico’s op bij de herontwikkeling van Fort Honswijk en van andere ruimtelijke ontwikkelingen op het Eiland van Schalkwijk. In de huidige situatie is er niet of nauwelijks mobiliteitsruimte op het eiland.

Voor Honswijk betekent het een serieus risico voor de toekomstige exploitatie. Weliswaar wordt het fort de komende maanden in erfpacht uitgegeven aan de stichting Fort Honswijk i.o. maar het stichtingsbestuur zal de erfpachtovereenkomst waarschijnlijk pas willen tekenen als er zicht is op toekomstige groeimogelijkheden van bezoekersstromen.

Het Ontwikkelkader dat op 29 oktober 2019 unaniem in de raad is vastgesteld, kan op veel draagvlak rekenen, zowel bij omwonenden als bij de politiek, maar in dat kader is al wel een voorschot genomen op nog te realiseren groei van de mobiliteit, met name wat betreft de Lekdijk.

Wat betreft de mobiliteitsvisie: reconstructie van de Kanaaldijk-zuid staat als laatste op de planning. Echter: vanwege concrete plannen om te komen tot agrarische structuurversterking op het eiland, is er wellicht om die reden eerder behoefte aan investeringen in de Kanaaldijk-zuid, als ontsluiting voor te verplaatsen agrarische bedrijven.

Brug Houtensewetering (ongewijzigd)
De Brug Houtense Wetering betreft een gemeentelijk monument in eigendom van de gemeente en is in vrij slechte onderhoudsstaat. Tegenwoordig is de zogenaamde instandhoudingsverplichting wettelijk geregeld in de Erfgoedwet en hieraan voldoet de gemeente nu niet. Als de gemeente haar eigen monumenten niet goed onderhoudt schuilt daarin tevens het risico dat er een precedentwerking ontstaat. De Monumentenwacht heeft in 2018 de brug geïnspecteerd en een indicatie gegeven van de herstelkosten (€ 64.000).

Energietransitie als decentrale opgave (gewijzigd)
De energietransitie is een decentralisatie-opgave vergelijkbaar met het sociale domein. De taken die vanuit de rijksoverheid richting de gemeenten worden geschoven zullen extra middelen vragen. Goede financiële regelingen voor bijvoorbeeld huiseigenaren zijn cruciaal om de inhoudelijke doelen te bereiken. Hierbij is de impact van de maatregelen van belang (draagvlak en draagkracht). De rijksoverheid voert een zogenoemd artikel 2-onderzoek uit naar de te verwachten uitvoeringskosten. Op basis daarvan zullen nadere (financiële) afspraken gemaakt worden tussen rijksoverheid en decentrale overheden. Het risico bestaat dat de rijksoverheid minder middelen beschikbaar stelt dan de gemeente voor de uitvoering nodig heeft.

Lokale draagvlak voor duurzame energie (gewijzigd)
De exacte omvang van de opgave voor de Regionale Energie Strategie (RES) in de U16 regio is nog niet duidelijk, maar dat er meer windparken en/of zonnevelden gerealiseerd moeten gaan worden is zo goed als zeker. De vraag is vooral waar in de regio dat een plek krijgt. De kans is reëel dat dit een forser ruimtebeslag voor duurzame energieproductie in meer landelijke gemeenten/gebieden gaat vragen. Dit zet het lokale draagvlak voor duurzame energie (verder) onder druk.

Spoortrillingen (gewijzigd)
Op diverse locaties langs de spoorlijn in Houten ondervinden bewoners trillinghinder. De trillingen worden vooral veroorzaakt door passerende goederentreinen. Er is al geruime tijd intensief overleg tussen ProRail, ministerie van IenW bewoners en gemeente over haalbare oplossingen. ProRail heeft eind januari 2018 een brief aan het college gestuurd met een voorstel voor de te nemen trilling beperkende maatregelen. Daarna informeert ProRail ook de betrokken bewoners.
Het standpunt van de gemeente is dat ProRail het trilling probleem moet oplossen. Het nemen van doeltreffende maatregelen is echter complex. Maatregelen bij of aan bestaande woningen (diepwand tussen spoor en woning of constructieve maatregelen) zijn kostbaar en het effect is onzeker. Maatregelen aan het spoor zelf (trilling-isolatie van de rails) zijn ook kostbaar. Het meest kansrijk lijken maatregelen aan de goederentransporten (belading, snelheid of tijdstip) die de meeste hinder veroorzaken. Dat soort bronmaatregelen is positief voor alle gehinderden langs het spoor.
De kosten voor eventuele trilling beperkende maatregelen komen voor rekening van het Rijk. Vanuit het (nog niet afgesloten) project van de spoorverdubbeling is nog budget beschikbaar.
Op dit moment voert Movares in opdracht van het ministerie van IenW een onderzoek uit naar mogelijke woningspecifieke maatregelen. De intentie is om begin april 2020 de rapportages afgerond te hebben om deze vervolgens te kunnen aanbieden aan het ministerie van IenW. Het Ministerie zal uiteindelijk een besluit nemen over het al dan niet toekennen van maatregelen. Mogelijk komt er een verzoek om een bijdrage van de gemeente als het rijksbudget tekort schiet.

Openeinde regelingen (gewijzigd)
Onzekerheid over de mate waarin doelgroepen aanspraak maken op de regeling of gemaakte afspraken, maakt de financiële impact van dergelijke regelingen ongewis en lastig te kwantificeren. In algemene zin geldt de vrije algemene reserve als eenmalige buffer voor:

  • Maatwerkvoorzieningen Wmo
  • Individuele voorzieningen jeugd
  • uitvoering Wet BUIG
  • trajecten openbare gezondheidszorg (OGGZ)
  • meldingen Veilig thuis (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling)
  • trajecten outreachende hulpverlening huiselijk geweld
  • arbeidsongeschiktheid en nabestaandenpensioen wethouders
  1. Organisatie

Krappe arbeidsmarkt (gewijzigd)
Om in een krappe arbeidsmarkt de juiste mensen aan onze organisatie te (blijven) binden, is het belangrijk om te investeren in onze aantrekkelijkheid als werkgever. Dit doen we door te blijven investeren in een uitdagende en prettige werkomgeving, in ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden en een goede werk-privébalans. Ondanks deze maatregelen kan het soms noodzakelijk zijn om personeel tijdelijk in te huren of te werken met markttoelagen omdat er onvoldoende geschikte kandidaten op vacatures reageren. Als reactie hierop zijn we in 2019 gestart onze arbeidsmarktcommunicatie te verbeteren. Dit uit zich in modernisering van onze wervingsmethoden (via intensief gebruik van social media gericht op het vertellen van ‘het verhaal van Houten’, gebruik van beeldmateriaal, ontwikkeling van een website) en nieuwe, effectievere selectievormen.

Wegvallen werkzaamheden met betrekking tot rijbewijzen (gewijzigd)
De Rijksdienst voor het Wegverkeer is een pilot gestart met een dertigtal gemeenten waarin de inwoners van die gemeenten geen aanvragen verlengingen rijbewijzen meer bij de gemeente indienen, maar digitaal. De pasfoto wordt direct door de fotograaf digitaal ingezonden naar de RDW en de betaling gaat tevens digitaal. Daardoor bestaat onzekerheid of het verstrekken van rijbewijzen in de toekomst nog onderdeel blijft uitmaken van onze productenlijst. Als dit aan de orde komt, wordt het effect daarvan in beeld gebracht.

Cybercrime en misbruik persoonsgegevens (gewijzigd)
Misbruik van data geeft schade (financieel, imago, boetes) aan de gemeente, medewerkers, en voor burgers. Daarnaast leidt verlies van gegevens, of het verlies van toegang tot gegevens tot stagnatie in de bedrijfsprocessen: een inwoner kan niet naar het buitenland omdat een paspoort niet kan worden uitgegeven of bedrijfsactiviteiten kunnen niet worden gestart omdat een vergunning niet kan worden verleend.
Om cybercrime en misbruik van persoonsgegevens zoveel mogelijk te beperken en het liefst te voorkomen, hebben we een aantal preventieve en curatieve maatregelen getroffen:
Preventief:

  • Medewerkers bewust maken van privacy en informatiebeveiliging via e-learning, cursussen en serious gaming;
  • Jaarlijkse risico-analyse en het risk-based invoeren van de maatregelen van de ‘Baseline Informatiebeveiliging Overheid;
  • Toegang tot gegevens in de Cloud altijd voorzien van multi-factor authenticatie;
  • Application white-listing, actief hardening en patchbeleid, en diverse technische maatregelen zoals spam-filter, Intrusion detection en Intrusion prevention, firewall en een proxy-server;
  • Op termijn zullen hieraan nog worden toegevoegd: een nog uitgebreidere segmentering van het netwerk en gebruik maken van een SIEM/SOC oplossing.

Additionele preventieve maatregelen voor de bescherming van persoonsgegevens van medewerkers en inwoners zijn het afsluiten van verwerkersovereenkomsten met leveranciers die in opdracht van de gemeente persoonsgegevens verwerken, en het inzetten van passende technologie, zoals veilig mailen en datalekpreventie cloud software, voor de bescherming van gevoelige gegevens zoals Burgerservicenummers en gegevens over gezondheid.
Curatief:

  • Uitvoering van het incidentmanagement- en response beleid waarmee een crisis response team wordt ingezet om een incident in korte tijd te neutraliseren en op te lossen;
  • De mirror-omgeving in het Brandweerhuis;
  • Een gedegen back-up en recovery proces;
  • ‘Business Continuity Management’ (nog op te zetten).

Digitalisering fysieke leefomgeving (ongewijzigd)
Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is op Rijksniveau uitgesteld. Het risico is dat het òf niet òf op nog onbekende manier wordt ingevoerd . Er is nog veel onduidelijk over wat er precies van de gemeente gevraagd wordt.  Intern wordt de opdracht geherformuleerd. Het onderwerp is nauw verweven met de Digitaliseringsopdracht van Dienstverlening. Het risico wordt hierbij meegenomen.

  1. Juridisch

Aansprakelijkheid achterstallig onderhoud wegen (Ongewijzigd)
De gemeente heeft een risico-aansprakelijkheid voor wat betreft wegen. Als weggebruikers schade oplopen door een gebrek aan de weg, dan kunnen ze de gemeente aansprakelijk stellen. Aan de hand van juridische criteria wordt beoordeeld of de gemeente aansprakelijk is. De gemeente heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten waarmee de grote claims zijn gedekt. De financiële risico's zijn beperkt. Het kan wel imagoschade opleveren.

Klachtprocedures (Ongewijzigd)
Onjuiste bejegening van inwoners kan tot een klacht leiden. Belangrijk is dat de klacht op een zorgvuldige wijze afgehandeld wordt. Zo niet, dan kan dit leiden tot imagoschade. Maar ook als de klacht gegrond verklaard wordt of als de klager het niet eens is met de afhandeling van de klacht.

Bezwaar-en beroepsprocedures (Ongewijzigd)
Ook als een primair besluit en de beslissing op bezwaar zorgvuldig zijn afgehandeld, hebben belanghebbenden een wettelijk recht om in bezwaar of beroep gaan. Risico betreft het opnieuw beoordelen en zo nodig een nieuw besluit nemen. Bij beroep kan de gemeente veroordeeld worden in de proces- en griffiekosten. Als het een politiek gevoelig dossier betreft kan er naast een financieel effect ook sprake zijn van imagoschade.

Social media (Ongewijzigd)
Communicatie via social media wordt steeds belangrijker en inwoners vinden dat de gemeente hierop actief moet zijn. Vooral bij crisis en calamiteiten maar ook bij minder dringende maar voor inwoners wel belangrijke zaken. Als de gemeente onvoldoende aanwezig is en niet snel en adequaat reageert, loopt zij het risico op imagoschade.

Geen of vertraagde projecten a.g.v. planologische procedures (ongewijzigd)
De juridificering van de samenleving en het feit dat ontwikkelingen vaker plaatsvinden op inbreidingslocaties (met eromheen bestaande belangen) heeft ook zijn weerslag in planologische procedures. Het gevolg is vertraging in projecten, meer ambtelijke inzet en hogere kosten in verband met juridische procedures. Ook langlevende kwesties zoals spuitzones en milieuhinderlijke bedrijven in het buitengebied brengen hoge kosten met zich mee voor wat betreft ambtelijke capaciteit en (juridisch) specialistisch advies.

  1. Verbonden partijen

Een aantal gemeentelijke taken voert Houten niet meer zelf uit maar tezamen met andere gemeenten in een Gemeenschappelijke Regeling of andere samenwerkingsvorm. De risico’s die hiermee te maken hebben, zijn voor iedere verbonden partij beschreven in de paragraaf ‘Verbonden partijen’. Gemakshalve verwijzen we hiernaar. Ons beleid over de sturing op financiële risico’s bij verbonden partijen is uitgewerkt in de nota Verbonden partijen.

3b. Kwantitatieve risico's

De kwantitatieve risico's zijn relevant voor het bepalen van het weerstandsvermogen. Zoals in de inleiding gezegd, dit zijn risico's waarvan de financiële gevolgschade kan worden gekwantificeerd.
De recentste weergave van deze risico's is geweest bij de begroting 2020 (oktober 2019). Met het oog op begrotingsjaar 2021 zijn deze risico's geactualiseerd. Onderstaande tabel laat de huidige stand van zaken zien. Ieder risico wordt kort beschreven, met oorza(a)k(en) en gevolg en beheersmaatregelen die we kunnen inzetten om deze risico's zoveel mogelijk te beperken. De kansinschatting dat het risico zich voordoet vermenigvuldigd met de mogelijke financiële omvang geeft een waardering van de mogelijke gevolgschade van ieder risico aan.   

Een dergelijke actualisatie van de risico's geeft een dynamisch risicobestand. Dit leidt tot onderstaande matrix voor de gekwantificeerde risico's.

 

Risicomatrix:

Financiële omvang

≥ € 1 mln

€ 125.000

€ 375.000

€ 625.000

€ 875.000

€ 1.125.000

Aantal: 1

Aantal: 1

≥ € 0,5  < € 1 mln

€ 75.000

€ 225.000

€ 375.000

€ 525.000

€ 675.000

Aantal: 2

Aantal: 1

≥ € 0,1 < € 0,5 mln

€ 30.000

€ 90.000

€ 150.000

€ 210.000

€ 270.000

Aantal: 3

Aantal: 2

Aantal: 8

Aantal: 2

≥ € 0,05 < € 0,1 mln

€ 7.500

€ 22.500

€ 37.500

€ 52.500

€ 67.500

Aantal: 1

Aantal: 3

Aantal: 2

< € 0,05 mln

€ 2.500

€ 7.500

€ 12.500

€ 17.500

€ 22.500

Aantal: 3

Aantal: 1

Aantal: 2

Aantal: 3

Aantal: 1

0 - 20 %

21 - 40 %

41 - 60 %

61 - 80 %

81 - 100 %

Kans

aantal gekwantificeerde risico's: 36

Toelichting bij de matrix:
Het risico wordt berekend door de gemiddelde kans dat het risico zich voordoet te vermenigvuldigen met het gemiddelde financiële effect van het risico. In de bovenstaande matrix wordt het aantal risico’s weergegeven dat is gedefinieerd met dezelfde risico-score. De kleuren in de matrix zijn gerelateerd aan de risicoscore en geven de urgentie aan en de mate van bestuurlijke / politieke relevantie. De kleuren lopen op met de urgentie op:
- groen
- geel
- oranje
- rood.

Tabel gekwantificeerde risico's

Risico + omschrijving

Oorzaak

Gevolg

Beheersmaatregelen

Gebied

Categorie

Kans

Omvang

Gevolgschade

Stijgende vraag voor jeugdhulp (bedoeld wordt: onvolledige realisatie van maatregelenpakket 'ombuigingen sociale domein') . Om de kosten in het Sociale Domein terug te dringen, wordt m.i.v. 2020 besparingsmaatregelen met een omvang van € 1,3 mln ingezet. Uitdaging is om al deze maatregelen m.i.v. 1 januari 2020 te effectueren en in zijn volle omvang te realiseren. Het Kabinet is voornemens jeugdhulp in gezinshuizen te verlengen tot 21 jaar. Het is echter de vraag of de bekostiging hiervan volledig dekkend gaat zijn. Tevens is het de vraag of het gewijzigde woonplaatsbeginsel vanaf 2021 positief uitvalt voor de gemeente Houten.

Landelijke en lokale stijging van de zwaarte en volume van maatwerkvoorzieningen jeugdhulp (rapport significant april 2019) die onvoldoende zijn gecompenseerd door de extra rijksbijdrage, vroegen om besparingsmaatregelen. Onzeker in hoeverre de maatregelen tijdig effect sorteren. Tevens is het Kabinet voornemens jeugdhulp middels gezinshuizen te verlengen tot 21 jaar. Tevens is het Kabinet voornemens het woonplaatsbeginsel jeugdhulp in 2021 te wijzingen en jeugdhulp in gezinshuizen te verlengen tot 21 jaar.

Overschrijdingen op Jeugdhulp .

 Planmatige monitoring, sturing en beheersing op het ombuigingsprogramma
- Versterking van de bedrijfsvoering van de RBL . 

Jeugdwet

Financieel / economisch

61-80%

≥ € 1 mln

 € 875.000

Scheur en of spoorvorming bij wegen in zettingsgevoelig gebied (voorbeeld de Rede). De grondslag binnen Houten wisselt sterk en is grotendeels bepalend voor de zetting net als de werkzaamheden in de voorbereiding. Denk hierbij aan het toepassen van de juiste voorbelasting. 

Bij de Rede is de kwaliteit van het asfalt zo minimaal dat versneld vervangingsmaatregelen noodzakelijk worden.

Voor de versnelde onderhoudsmaatregelen is aanvullende dekking noodzakelijk.

De schadeomvang kan globaal worden ingeschat met vooronderzoeken. De vervanging zal worden opgenomen in het meerjarenplan wegen. 

Wegbeheer

Financieel / economisch

41-60%

≥ € 500.000 < € 1 mln

 € 375.000

Vertraging in de uitgifte van Fort Honswijk in erfpacht aan de stichting Fort Honswijk i.o. vanwege onvoldoende investering in mobiliteitsprojecten op het Eiland van Schalkwijk

Het vastgestelde ontwikkelkader gaat uit van mobiliteitsgroei conform de mobiliteitsvisie Eiland van Schalkwijk. Hiervoor is echter geld nodig dat nog niet beschikbaar is gesteld en waarvan ook nog geen zekerheid bestaat dat dit de komende jaren alsnog gebeurt.

De negatieve exploitatie van het fort komt langer ten laste van de gemeente Houten én de herontwikkeling van het fort komt in gevaar.

De uitvoering van de mobiliteitsvisie voortvarend ter hand nemen.

Openbare ruimte

Financieel / economisch

60-80%

≥ €100.000 < €500.000

 € 350.000

Toestroom op Wmo-maatwerkvoorzieningen. Doordat de eigen bijdrage niet inkomensafhankelijk is geworden, maar een vast (lager) tarief, is de inschatting dat er een toenemende vraag naar Wmo-maatwerkvoorzieningen komt. 

De verlaging van de eigen bijdrage voor hulp en ondersteuning vanuit de wet Wmo per 2020, overgangsjaar per 1-1-2019.

Meer aanvragen voor maatwerkvoorzieningen, hogere uitgaven Wmo-budget. Wmo blijft een open einde regeling. 

Is onderdeel van de ombuigvoorstellen Jeugd en Wmo (maatregel 14) 

Wmo

Financieel / economisch

81-100%

≥ €100.000 < €500.000

 € 270.000

Cyberaanval. Aanvallers zijn continue op zoek naar nieuwe manieren om netwerken binnen te komen.

Recente mondiale Ransomware aanvallen blijken financieel erg succesvol voor aanvallers wat leidt tot verhoogde cyberdreiging.

Bedrijfs- en persoonsgegevens zijn niet meer beschikbaar en kunnen alleen tegen het betalen van een losprijs (ransom) weer beschikbaar komen. Daarnaast kunnen deze gegevens in handen komen van onbevoegden.

Implementatie van de baseline informatiebeveiliging overheid (BIO); agressief patch management waarmee het netwerk bestand is tegen kwetsbaarheden; tooling die kwetsbaarheden in het netwerk kan identificieren en malware in het netwerk kan detecteren; bewustwording onder het personeel over de risico's van het klikken op documenten, advertenties en links in emails; een recente en goede werkende backup van de bedrijfsgegevens. De backup moet op een externe locatie worden opgeslagen; aanwezigheid van een crisis response team en procedures voor de uitvoering ervan.

ICT
Informatiebe-veilging
Privacy

Informatie / organisatorisch / financieel

41-60%

≥ €100.000 < €500.000

 € 250.000

Inspectie veiligheidskleppen gemeentelijke accommodatie

wettelijke verplichting om de keerkleppen jaarlijks te controleren

Een groot deel van de  door de gemeente beheerde gebouwen voldoet niet aan deze verplichting. Het gaat om ca. 50 panden. Gexien de leeftijd van de gebouwen is de verwachiting dat er vele vervangen moeten worden.  

Gefaseerd beginnen met het onderhoud en vervaging van de keerkleppen.

Vastgoed

Financieel/ economisch

81-100%

>100.000 < 500.000

 € 225.000

Ineffectieve biologische bestrijding van woekerplanten en onkruid. Woekerplanten en onkruid vormen een bedreiging voor wegverharding en/of gaan plantsoenen overheersen.

Door strakke afspraken met de raad mogen chemische bestrijdingsmiddelen (zoals round up) veel minder worden gebruikt. Een effectief biologisch alternatief ontbreekt echter. 

Er is extra inzet (intern of extern personeel) benodigd om de gewenste beeldkwaliteit (wegverharding) en/of de gewenste begroeiing (plantsoenen) te behouden. 

De woekerplant Japanse Duizendknoop mag inmiddels chemisch worden bestreden. Het overige onkruid, met name op verharding, wordt bestreden met gekookt water maar dit is geen optimaal alternatief. Het niveau van de beeldkwaliteit wordt opnieuw vastgesteld. Wanneer dit lager wordt vastgesteld is er minder inzet benodigd.

Openbare ruimte

Financieel / economisch

61-80%

≥ €100.000 < €500.000

 € 210.000

Onzekerheid continuïteit WIL-samenwerking. Door een mogelijke uittreding van de Vijfheerenlanden uit WIL, de invlechting van SW taken in WIL en de wens van een verdere lokale en integrale werkwijze binnen het sociaal domein (WIL 3.0) gaan we de samenwerking opnieuw beoordelen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de samenwerking in Lekstroomverband. 

1. Aanhaking van Werk en Inkomen bij de transformatie in het sociaal domein. 2. Invlechting SW taken in WIL. 3. Uittreding Vijfherenlanden uit WIL 

1. De heroriëntatie van de inhoudelijke opdracht aan WIL en de gewijzigde samenwerking betreffen onder andere een financiële heroriëntatie. De omvang van deze financiële gevolgen is nog niet te duiden.  2. Er kan een kwaliteitsrisico ontstaan wanneer op werk & inkomen een andere oriëntatie dan Lekstroom wordt gezocht vanwege versnippering van samenwerkingsverbanden in het sociaal domein.

De herijking van de opdracht aan WIL vindt eind 2020 plaats. Dan worden de financiele gevolgen pas duidelijk. 

Regionale samenwerking

Organisatorisch

61-80%

≥ €100.000 < €500.000

 € 210.000

Noodzakelijke extra inzet van het Sociaal Team aan de transformatie in het sociaal domein. De opgave om mede vanuit stijgende zorgkosten en/of zorgvraag versneld te transformeren vraagt een grote bijdrage van het Sociaal Team. Mogelijk knelt dit met het huidige budget wat voor het sociaal team beschikbaar is gesteld. 

Incidentele en structurele kosten ten behoeve formatie Sociaal Team. 

Een tekort in het huidige gemeentebudget voor het Sociaal Team

1. Prioriteren in de ontwikkelopgave voor het Sociaal Team 2. Inzetten op verbetering processen en systemen van het sociaal team ten behoeve van de toegang tot zorg. 

Sociaal Domein

Financieel/economisch

61-80%

≥ €100.000 < €500.000

 € 210.000

Hogere kosten huishoudelijke ondersteuning bij regionale inkoopprocedure 2020. Het risico is dat de kosten stijgen doorverplichte hogere tarieven voorhuishoudelijke ondersteuning als gevolg van gewijzigde wetgeving en jurisprudentie.

Door het kabinet zijn maatregelen genomen die voor een kostenopdrijvend effectzorgen. Bijvoorbeeld de Algemene Maatregel van Bestuur betreffende het hanteren van een reële prijs en de invoering van een abonnementstarief. Daarnaast heeft de Centrale Raad van Beroep de laatste jaren kritische uitspraken gedaan over het beleid van de gemeente bij het toekennen van huishoudelijke ondersteuning

Stijgende kosten voor huishoduelijke ondersteuning zonder dat daar voldoende compensatie door het Rijk tegenover staat.

Aanscherpen en concretiseren van het Wmo-kader, maar ook met de regio in overleg over de mogelijke gevolgen van het resultaat van de regionale inkoopprocedure

Wmo

Financieel / economisch

61-80%

≥ € 100.000 < € 500.000

 € 210.000

Schimmelziekte 'essentaksterfte'. Deze agressieve ziekte tast de essen in Houten (4.000-5.000 bomen, vooral langs fietspaden) aan, waardoor zij afsterven. 

De essentaksterfte verspreidt zich vanuit Duitsland

Aantasting van het straatbeeld

We monitoren het verloop van de ziekte en kappen bomen die te onveilig zijn of qua beeldkwaliteit ernstig zijn aangetast. Verwachting: € 1,2 mln schade in 10 jaar.

Openbare ruimte

Overig 

61-80%

≥ €100.000 < €500.000

 € 210.000

Toename hevige stormen. Er treedt steeds vaker stormschade op. 

Het klimaat verandert en wordt extremer.

Er waaien bomen om, eventueel met vervolgschade aan omliggende objecten 

Jaarlijks risicobomen inventariseren en verwijderen. Na een storm: schade herstellen, bomen herplanten conform de richtlijnen van het bomenbeleid. 

Openbare ruimte

Financieel / economisch

61-80%

≥ €100.000 < €500.000

 € 210.000

Toename extreme neerslag. We krijgen eerder te maken met de gevolgen van extreme neerslag dan verwacht. 

Klimaatveranderingen gaan sneller dan verwacht.

Er is minder tijd om de openbare ruimte hierop aan te passen en huiseigenaren te informeren over maatregelen die zij zelf kunnen treffen.

- Opstellen actieplan extreme neerslag
- Gericht aanpakken van probleemlocaties in de openbare ruimte.
- Vervangen van bestrating door groen samen met bewoners (ontstenen openbare ruimte & actie "Steenbreek").
- Promoten "watervriendelijke tuin".
- In het WaterRioleringsPlan 2020-2023 worden maatregelegen genomen.

Waterkering en afwatering

Financieel / economisch

41-60%

≥ €100.000 < €500.000

 € 150.000

Toegekende bezwaren en/of beroepen tegen beschikte jeugdhulp. De evaluatie van de Jeugdwet (februari 2018) meldde dat tot dusver landelijk de gang naar de rechtbank nog weinig wordt ingezet. In Houten proberen we inwoners bij vragen of klachten zoveel mogelijk te attenderen op de ombudsfunctionaris en proberen we waar mogelijk bezwaar- en beroepsprocedures te voorkomen. Toch is niet uit te sluiten dat de komende jaren het aantal bezwaar- en beroepsprocedures toeneemt. Dit kan financiële gevolgen hebben in termen van proceskosten (het in complexe procedures inroepen van de huisadvocaat) en/of het aanpassen van eerder beschikte jeugdhulp.

a) Hoge proceskosten (financieel). b) Imagoschade gemeente (beeld van onzorgvuldig indicatie- of beschikkingsproces) c) Druk op organisatie (stichting sociaal team, dan wel organisatie gemeente Houten)

Escalatie zoveel mogelijk voorkomen door tijdige verwijzing naar coördinator sociaal team voor overleg of naar ombudsfunctionaris sociaal domein.

Jeugdzorg

41-60%

≥ €100.000 < €500.000

 € 150.000

Gelimiteerde achtervang bij het WSW voor verstrekte renteloze leningen aan woningbouwcorporaties. De zekerheidsstructuur in de volkshuisvesting is in 3 lagen verdeeld, primair het eigen vermogen van de rentederving (=omslagrente) op dit bedrag in verband met het verstrekken van renteloze leningen van de woningcorporaties en secundair het vermogen van het WSW. De tertiaire zekerheid is de achtervangpositie van Rijk en gemeenten. Hierbij is 50% voor rekening van het Rijk, 25% voor de schadegemeente en 25% voor alle deelnemende gemeenten gezamenlijk. Het risico dat de gemeente Houten loopt betreft de rentederving (1,5%) op dit bedrag in verband met het verstrekken van renteloze leningen. Voor de gemeente Houten gaat het om een totaalbedrag van € 193 miljoen aan uitgezette leningen.

Door landelijke maatregelen bestaat de kans dat de financiele situatie van woningcorporaties verslechtert waardoor zij niet meer aan hun rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen.

De kans dat de gemeente een renteloze lening aan WSW moet verstrekken voor het uitgezette bedrag aan leningen aan woningbouwcorporaties. Dit kost de gemeente rente. Het risico is afhankelijk van de hoogte van de martkrente.

Geen beheersmaatregelen

Stadsvernieuwing en woningbouw

Financieel / economisch

0-20%

≥ € 1 mln

 € 125.000

Geen voortzetting van de aanvullende rijksbijdrage Jeugd. Gelet op de knelpunten in het sociale domein heeft het kabinet extra tijdelijke middelen toegekend. In afstemming met BZK en de provincie hebben we deze extra bijdrage structureel in de meerjarenbegroting opgenomen in de verwachting dat het nieuwe kabinet deze bijdrage voort zal zetten. 

Een nieuw kabinet (beoogde verkiezing in maart 2021) maakt andere overwegingen en zet de aanvullende rijksbijdrage niet voort 

Een tegenvaller in de meerjarenbegroting van € 0,8 mln

Via de VNG druk blijven uitoefenen op het Rijk dat structurele compensatie noodzakelijk is voor een goede uitvoering van deze taak door gemeenten

Jeugdwet

0-20%

≥ €500.000 < €1 mln

 € 75.000

Geen aflossing op verstrekte leningen / effectuering verleende garanties. Van verstrekte leningen of garanties bestaat het risico dat een organisatie niet aan haar aflossingsverplichting kan voldoen.

De gemeente verstrekt leningen en garanties aan diverse vereningingen, stichtingen of organisaties met een publiek belang (€ 5,1 miljoen).

Organisaties voldoen niet aan hun verplichtingen voldoen.

- Beleidsregels leningen en garanties - incidentele controle jaarverslagen van organisaties

Financieel / economisch

0-20%

≥ €500.000 < €1 mln

 € 75.000

Kortere levensduur van kunstgrasvoetbalvelden. 4 van de 5 kunstgrasvelden worden intensiever bespeeld dan ingeschat. Hierdoor halen de ze velden niet meer de geschatte levensduur van 15 jaar.  Het maximale risico is dat de kunstgrasmatten na 10 jaar vervangen moeten worden. 

In plaats van het ingeschat normaal gebruik (uitsluitend sportverenigingen) worden kunstgrasvelden intensief gebruik (ook door scholen en ongeorganiseerde sporters). 

Intensief gebruik leidt tot bovenmatige slijtage.  Dit kan met zich meebrengen dat velden niet door de keuring van de KNVB komen. In 2020 is keuring van twee kunstgrasvoetbalvelden voor het seizoen 2020/2021 aan orde. 

Extra onderhoud of het eerder dan gepland vervangen van het kunstgrasveld (en daarmee de afschrijvingstermijn verlagen van 15 jaar naar 10 jaar) .

Sport

Financieel / economisch

41-60%

≥ €50.000 < €100.000

 € 37.500

Vennootschapbelastingplicht voor eigen ondernemingsactiviteiten . Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht (Vpb-plicht) voor overheidsondernemingen in werking getreden. In 2015 is geïnventariseerd welke activiteiten een onderneming vormen en of deze activiteiten wel of niet onder de Vpb-plicht vallen. Medio 2016 hebben wij onze zienswijze met betrekking tot het grondbedrijf aan de belastingdienst schriftelijk overlegd. Een eerste reactie van de fiscus is inmiddels ontvangen, maar geeft nog geen uitsluitsel. De uitkomst bepaalt of er sprake is van financiële onzekerheden. Jaarlijks kunnen (nieuwe) activiteiten alsnog als onderneming worden gezien.

Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen in werking getreden. Bepaalde activiteiten van de gemeente Houten kunnen als onderneming worden beoordeeld waardoor ze onder de Vpb-plicht komen te vallen.

Nieuwe of bestaande activiteiten kunnen in de loop der jaren alsnog onder vpb-plicht komen te vallen. Belastingdienst kan ook oordeel ten aanzien van de toetsing landelijk herzien.

- Jaarlijks monitoren activiteiten
 - nieuwe beleidsvoornemens toetsen aan vpb-plicht (is een toetscriterium bij collegevoorstel len)

Belastingen

Financieel / economisch

41-60%

≥ €50.000 < €100.000

 € 37.500

Archeologische vondsten bij ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente moet een deel van potentieel aanzienlijke kosten dragen indien niet uit eerder onderzoek aan de ontwikkelaar kon worden aangegeven dat vondsten te verwachten waren (in het geval dat het gemeentegrond is).

Onvoorziene kosten

Archeologisch vooronderzoek doen en/of een up-to-date archeologische waardekaart hebben

Ruimtelijke ordening

Financieel / economisch

0-20%

≥ €100.000 < €500.000

 € 30.000

Schade op wegen van dijken. Bij wegen met een waterkerende functie ontstaat regelmatig schade aan de bermen en/of dijklichaam. 

Schade heeft vaak een directe relatie met het beheer en onderhoud van de watergang. Deze watergangen zijn vaak (deels) in beheer bij HDSR, RWS  of bewoners. Het aantoonbaar maken van "niet op de juiste wijze onderhouden" is geen makkelijke opgaaf. De schade kan enorm lang uitblijven wanneer de problemen komen door ondergraven van de taluds. De ervaring leert ons dat de aanwezige vegetatie de bodemsamenhang positief beïnvloeden. Pas nadat deze vegetatie vervangen moet worden (als door de weersinvloeden de vegetatie het loodje legt) worden de problemen voor ons pas inzichtelijk. Ook bij deze problematiek kunnen we stellen dat de schade die ontstaat gerelateerd is aan de veranderende weersomstandigheden.

Mogelijk moeten juridische procedures worden gestart.

Er zijn geen beheersmaatregelen mogelijk omdat het onbeïnvloedbaar is. Aansprakelijk stellen van beheerders heeft geen zin en geeft niet het gewenste effect op de lange termijn. Dit heeft te maken met andere veroorzakende factoren zoals de hellingsgraad van het talud , weersinvloeden en flora en faunabeheer.

Wegenbeheer

Juridisch / aansprakelijk

0-20%

≥ €100.000 < €500.000

 € 30.000

Negatieve impact van de weersveranderingen op de beheersaspecten van wegen. Warme/droge zomers zorgen voor extra scheurvorming en/of spatten in het asfalt. In de meest extreme gevallen kan het zelfs leiden tot grondwaterdaling waarbij ongelijkmatige zetting op kan treden wat gevolgen heeft voor grote delen van de weg.

Klimaatverandering. Heeft niet alleen een impact op wegen. Flora en Fauna en huizen welke op staal gefundeerd zijn krijgen hier ook mee te maken.

Toename van de uitgaven op wegen. Pro actief werkzaamheden uitvoeren is met de huidige stand der techniek (nog) niet mogelijk.

Onbekend

Wegbeheer

Financieel / economisch

0-20%

≥ €100.000 < €500.000

 € 30.000

Innovatie doelgroepenvervoer. Met de afbouw van de financiele bijdrage van de Provincie aan de Regiotaxi en de groei van het gebruik door de vergrijzing, staat de financiele houdbaarheid van de Regiotaxi onder druk. Regionaal worden innovatieve pilots uitgewerkt en lokaal wordt gewerkt aan het beperken van de toegang en het vergroten van mogelijke alternatieven. Er is echter geen budget gereserveerd in Houten voor deelname aan pilots of stimuleren/ondersteunen van initiatieven. Zonder innovatie ontstaat risico op overschrijding op Wmo vervoer/Regiotaxi

Geen innovatiebudget; initiatieven als Vervoer Houten en AutoMaatje leunen op het budget WmoVervoer/Regiotaxi. In 2020 staat professionalisering van Vervoer Houten op de agenda. Dat is nodig omdat de organisatie verdere groei in de weg staat.  Dat zal extra kosten met zich meebrengen die niet begroot zijn.

Geen/onvoldoende innovatie doelgroepenvervoer en onhoudbare financiele ontwikkeling Regiotaxi

Ervaringen Uflex benutten. Lokale initiatieven ondersteunen en helpen bij doorontwikkelen. Toegang tot Wmo voorziening beperken. Bestuurlijke druk uitoefenen op Provincie om innovatiebudget 

Wmo Regionale Samenwerking

Financieel / economisch

81-100%

 < € 50.000 

 € 22.500

Agressieve en/of onheuse bejegening gemeentelijk personeel op straat of via sociale media

Burgers zijn ontevreden over het gemeentelijk beleid of over het onderhoud van de openbare ruimte

Psychische schade en belasting en mogelijk ziekteverzuim bij medewerkers en imagoschade voor de gemeente

Communicatie over beleid en onderhoudsniveau openbare ruimte, agressietraining, naleven (digitaal) agressieprotocol 

Bestuur & management

Overig 

21-40%

≥ €50.000 < €100.000

 € 22.500

Als gevolg van Europese regelgeving is met ingang van 1 januari 2019 de BTW-vrijstelling op diensten tot het geven van sportbeoefening verruimt naar niet winstgevende organisaties zonder leden. Dit brengt met zich mee dat de BTW op gemaakte kosten voor sportactiviteiten niet kan worden teruggevorderd bij de belastingdienst. Hiermee worden de kosten voor de aanleg en onderhoud van sportvoorzieningen duurder.   Als financiële compensatie is er een rijkssubsidieregeling Specifieke UitKering sport (de zogeheten SPUK-regeling) waarvan het onzeker of het nadeel volledig wordt afgedekt.

A) De spukregeling compenseert 17,5% (i.p.v. de gangbare 21%)
B) de landelijke omvang van de SPUKregeling is gelimiteerd tot € 152 mln).
C) de SPUKregeling eindigt eind 2024.
D) Sportuitgaven die in de subsidie-aanvraag zijn opgenomen, worden uitsluitend vergoed als het landelijke budget toereikend is. 

De kostprijsverhogende BTW in enig jaar wordt niet volledig gesubsidieerd door de rijksregeling SPUK

a) Jaarlijks een zorgvuldige en volledige inventarisatie van te maken kosten voor sport.
b) structurele wijziging van de samenstelling van de verhuurtarieven zonder dat het totale huurbedrag voor instellingen wijzigt: 100%+6% wordt 106%
c) wijzigen van de samenwerkingsvorm met de stichting Een Leven Bewegen waarbij de verhuuractiviteiten worden ondergebracht bij de gemeente.

Financieel / Economisch

21-40%

≥ €50.000 < €100.000

 € 22.500

Uitdrogen van bomen en beplanting. 

Door klimaatverandering zijn de wersomstandigheden steeds extremer. Door langeren droogte periodes in voorjaar en zomer droogt (nieuwe) beplanting eerder uit.

Bomen en beplanting drogen uit en kunnen afsterven. Dit leidt tot aantasting van het straatbeeld.

Jonge aanplant krijgt sowieso water in de zomer. Bij grote droogte worden extra rondes ingelast. 

Openbare ruimte

Financieel / economisch

21-40%

≥ €50.000 < €100.000

 € 20.000

Grondverzakkingen in Houten Zuid-West. In de wijken de Muren, de Waters en de Polders doen zich verzakkingen voor tot 20 cm.

De bouwgrond is mogelijk onvoldoende voorbelast. 

Schade aan de openbare ruimte en aan de huisaansluitingen van het riool.

Lopende schades worden hersteld, zodra hier melding van wordt gemaakt. Nutsbedrijven zijn naar aanleiding van het onderzoek geïnformeerd en zien zelf geen aanleiding tot grootschalige renovaties op korte termijn. 

Openbare ruimte

Financieel / economisch

61-80%

< €50.000

 € 17.500

Bezwijken van wegen in het buitengebied. De meeste wegen in het buitengebied zijn constructief niet meegegroeid in de ontwikkelingen. Door schaalvergroting in de landbouwsector neemt het gewicht van breder en groter wordende landbouwvoertuigen neemt steeds meer toe. 

Schaalvergroting binnen de land-en tuinbouwsector is reeds jaren aan de gang. Hierdoor worden bedrijven steeds groter. Hetzelfde geldt voor bedrijven die zich specialiseren in loon- en grondverzet ter ondersteuning van deze sector. Gevolg is dat er steeds groter en zwaarder materieel ingezet wordt binnen deze sectoren. Regelmatig worden er verzoeken ingediend bij het omgevingsloket om agrarische bedrijven een andere bestemming te geven. De negatieve invloeden van verglazing in het buitengebied versnelt het proces doordat de samenhang in de bermen weg is door verstoring. Hierdoor ontstaat randschade aan het asfalt waardoor het effect van de groter en zwaarder wordende voertuigen nog duidelijker aanwezig is. Uit metingen is gebleken dat de restlevensduur van enkele wegen in 2018 al waren gesteld op 0-jaar!
Voorbeelden van deze wegen zijn Provincialeweg, Beusichemseweg, Kanaaldijk Oost, Achterdijk en Lekdijk. Het oppervlak van deze wegen samen vertegenwoordigen een groot percentage van ons totale areaal.

Aanpassen van de wegen zodat deze gedimensioneerd worden op het toekomstig gebruik. Inhoudelijk betekent dit verbreden en versterken vanuit de fundering. Wanneer we geen maatregelen treffen, dienen we rekening te houden met een behoorlijke toename van schade aan wegen en bermen.

onbekend

Wegbeheer

Financieel / economisch

61-80%

< € 50.000

 € 17.500

Toename van de eikenprocessierupsen. Ondanks dat de eikenprocessierups de afgelopen jaren effectief is bestreden neemt het aantal nesten en de verspreiding ervan steeds meer toe. De brandhaartjes die de rupsen loslaten veroorzaken jeuk, oogklachten en benauwheid waardoor dit een volksgezondheidsprobleem is. 

Door klimaatverandering komen er steeds meer nesten van de eikenprocessierups

Er moeten hogere kosten worden gemaakt om de eikenprocessierups te bestrijden.

In 2019 is begonnen met proeven om (nest)kastjen op te hangen voor vogels en vleermuizen om te kijken of we hierdoor de rupsen kunnen bestrijden. Ook in 2020 wordt hier mee verder gegaan. Ook het aanleggen van bloemrijke graslanden heeft bewezen dat hierdoor de predatoren van de rupsen toenemen en het anatal rupsen sterk achteruit gaat.

Openbare ruimte

Financieel / economisch/ gezondheid

61-80%

< € 50.000

 € 17.500

Niet tijdige realisatie van het door het rijk opgelegd aantal garantiebanen. In het kader van de Wet Banenafspraak moet de gemeente eind 2019 8  kandidaten uit het doelgroepenregister in dienst hebben oplopend naar 12 in 2026. 

Uiterlijk 2026 moeten overheid en bedrijfsleven landelijk 125.000 garantiebanen hebben ingevuld. Als tussentijds de realisatie achterloopt, kan het rijk een heffingsregeling toepassen, waarin boetes worden opgelegd voor het niet realiseren van het quotum. 

Als de heffingsregeling wordt toegepast, leidt het niet voldoen aan het quotum tot een jaarlijkse boete van € 5.000 per niet gerealiseerde baan. Op dit moment hebben we 2 medewerkers op een garantiebaan waarmee we 6 achterlopen op het quotum. Het toepassen van de regeling zou een boete betekenen van € 30.000. 

In een plan van aanpak wordt uitgewerkt hoe we de komende vijf jaar gefaseerd gaan werken aan de realisatie van de taakstelling en het verkrijgen van loonkostensubsidies.  

Financieel / economisch

41-60%

< € 50.000

 € 12.500

Ontoereikende rijksinkomsten voor opvang en integratie statushouders. Per 1 januari 2018 is de vergoeding van € 4.430 per gehuisveste statushouder vanuit het bestuursakkoord verhoogde asielinstroom vervallen, terwijl de taakstelling is blijven bestaan. De gemeente ontvangt wél een bedrag voor de maatschappelijke begeleiding van statushouders. Dat is echter onvoldoende om ook andere activiteiten voor statushouders uit te voeren. In 2019 kunnen we deze activiteiten nog financieren uit het restantbudget van 2017. Voor 2020 is hier waarschijnlijk geen budget meer voor. Vanaf 2020 wordt de gemeente weer verantwoordelijk voor de wet Inburgering. Daarmee zal ook de financiering veranderen.In de loop van 2020 zullen we hier meer over horen vanuit het Rijk. We bereiden ons in 2019 voor op dit nieuwe stelsel.

Vanaf 2018 ontvangt de gemeente alleen nog maar geld voor de uitvoering van de maatschappelijke begeleiding per gehuisveste statushouder. Taken die we op ons nemen rondom de participatie van nieuwkomers, worden niet in het huidige stelsel meegefinancierd. 

1. Er is steeds minder budget om - naast de maatschappelijke begeleiding - extra activiteiten voor statushouders uit te voeren. 2. Als we ons in 2019 niet voorbereiden op de aangekondigde wijzigingen rondom de wet Inburgering, kunnen we onze wettelijke taak vanaf 2021 niet waarmaken. 

1. Tijdig voorbereiden op de aangekondigde wijzigingen rondom de wet Inburgering (o.a. op U16-niveau). 2.Op tijd kijken welke extra activiteiten in 2021 voor statushouders wenselijk zijn. En op welke andere manier die dan bekostigd kunnen worden.

Wmo

Financieel / economisch

41-60%

< €50.000

 € 12.500

Schade aan wegverharding. Warmere en drogere zomers zorgen voor schade aan de wegen

Het klimaat verandert en wordt extremer. De weersinvloeden hebben belangrijke rol in de degeneratie van het asfalt. Daar komt bij dat steeds meer wegen doorschuiven in het onderhoud terwijl de lijmstof (bitumen) volledig op is.

Schade aan wegverharding.

Periodieke monitoring van het wegbeeld en ingrijpen waar nodig. Dit gebeurt binnen het jaarlijkse budget, eventueel ten koste van ander gepland werk.   

Openbare ruimte

Financieel / economisch

0-20%

≥ €50.000 < €100.000

 € 7.500

Ontoereikende rijksinkomsten voor de uitvoering van de Wvggz. Per 1-1-2020 gaat de Wvggz in. De burgemeester krijgt de bevoegdheid om een crisismaatregel aan te vragen voor een inwoner. Indien mogelijk moet de betrokkene worden gehoord. Aan het gehele proces zijn kosten verbonden. Het rijk stelt middelen beschikbaar hiervoor. Het risico bestaat dat we vanuit het rijk te weinig middelen krijgen om de de Wvggz uit te kunnen voeren.

De crisismaatregel kan worden opgelegd aan personen die in Houten verblijven. In Houten staat een Politie Cellen Complex waarnaar alle arrestanten uit de regio worden gebracht. De praktijk wijst uit dat arrestanten een verhoogde kans op een crisismaatregel geven waarmee de kosten voor de uitvoering van de Wvggz hoger zal zijn dan de toegekende Wvggz die op basis andere verdeelsleutels is bepaald. 

overschrijding van beschikbare middelen

via de regio wordt een brief opgesteld richting het ministerie om deze problematiek aan te kaarten.

financieel/economisch

21-40%

< € 50.000

 € 7.500

Mogelijk voortijdig afbreken Europees project CoSIE. Gemeente Houten neemt deel aan het Europese project Co-creation of Service Innovation in Europe, waar 10 landen aan meedoen, die allen een lokale pilot uitvoeren. Hier ontvangt de gemeente Houten een subsidie van maximaal €100.000 voor. De gemeente heeft hier op dit moment circa 80% van ontvangen (€75.000) In 2019 hebben twee review meetings op Europees niveau plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat 1 onderdeel van het project momenteel nog niet aan de kwaliteitsstandaard voldoet die de Europese Commissie voor ogen heeft. Dit onderdeel betreft het gebruik van open data en social media. Dit is een slechts een beperkt onderdeel van de Houtense Pilot. De kans dat dit financiele gevolgen heeft voor de gemeente Houten is klein.

Eén onderdeel van het Europese project is nog niet van voldoende kwaliteit. 

Indien review commissie dat deel van het Europa- brede project onvolddoende blijft achten kan in het uiterste geval dat deel van de subsidie worden teruggevorderd. 

Het project wordt op Europees niveau (in z'n totaliteit) beoordeeld. En op Europees niveau is een plan gemaakt om de kwaliteit van de inzet van open data en social media te verbeteren. De gemeente Houten kan haar lokale pilot en rapportage verbeteren om bij te dragen aan verbetering van het algehele project. 

Financieel / economisch

0-20%

< € 50.000

 € 2.500

Minder lijkbezorgingsrechten

Mogelijk minder lijkbezorgingsrechten door minder begravingen op de gemeentelijke begraafplaatsen als gevolg van een toename van het aandeel crematies (welke ontwikkeling al jaren aan de gang is in Nederland, en in iets mindere  mate in Houten).

Minder inkomsten en daardoor ook minder middelen voor het beheer van de begraafplaatsen.

Duidelijke informatie bieden op de gemeentelijke website over de (zeer redelijke) kosten van begraven en asbestemmingen (urmengraven en urnennissen) in Houten en over de mooie en goede mogelijkheden voor asbestemmingen op de gemeentelijke begraafplaatsen.

Openbare ruimte

Financieel / economisch

0-20%

< €50.000

 € 2.500

Vervuilde grond

In het verleden zijn o.a. teerhoudend asfalt en/of fosforslakken gebruikt bij de aanleg van wegen. 

Door recente ontwikkelingen (PFAS) en normen zijn ook op dat onderdeel de kosten gestegen. Hogere kosten voor afvoer van vervuilde grond en/of asfalt.

Openbare ruimte

Financieel / economisch

0-20%

< €50.000

 € 2.500

Totale omvang gekwantificeerde risico's (= benodigde weerstandscapaciteit):

 € 4.532.500

Totaal aantal risico's:

 36

Conclusie weerstandsvermogen
In de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen is vastgelegd dat het weerstandsvermogen wordt beoordeeld aan de hand van de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. Deze relatie wordt de ratio weerstandsvermogen genoemd.
In deze jaarstukken komt de ratio uit op:

ratio weerstandsvermogen =

beschikbare weerstandscapacititeit

=

€ 4.966.000

= 1,1

kwantificering van de risico's 2019

€ 4.533.000

De uitkomst van de ratio is daarmee volgens de uitgangspunten uit de nota te kwalificeren als "voldoende".

Financiële kengetallen

Een deugdelijke en transparante rekening is in het belang van een goede controle door de raad op de financiële positie van onze gemeente. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen in de rekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de ontwikkeling van de financiële positie. Naar aanleiding van de vernieuwing van de verslaggevingsregels van de gemeenten nemen we voor het eerst de verplichte basisset van zes financiële kengetallen op in deze paragraaf in de jaarstukken. In onderstaand overzicht zijn de zes kengetallen opgenomen voor de rekening 2018, begroting 2019 en de rekening 2019.

Omschrijving kengetallen

Werkelijk 2018

Raming 2019

Werkelijk 2019

Netto schuldquote

95%

80%                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  

81%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte
leningen

91%

77%                                  

77%

Solvabiliteitsratio

28%

27%

28%

Kengetal grondexploitatie

29%

13%

20%

Structurele exploitatieruimte

0,5%

0,2%                                                                                                                                                                                               

-0,8%

Belastingcapaciteit: Woonlasten
meerpersoonhuishouden

93%

97%

99%

Beoordeling financiële kengetallen
Normaal ligt de netto schuldquote van een gemeente tussen 0% en 100% (groen). Als de netto schuldquote tussen 100% en 130% ligt, is de gemeenteschuld hoog (oranje). Deze moet dan niet verder stijgen, want als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, komt een gemeente in de gevarenzone (rood). De percentages 100% en 130% zijn signaleringskengetallen, welke door het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden bepaald. Dit geldt overigens voor alle in deze beoordeling genoemde kengetallen.
In 2019 heeft de gemeente Houten geen financiering voor de algemene dienst en de grondexploitaties aangetrokken. Wel is er op de leningen voor de algemene dienst € 12,029 miljoen en voor  grondexploitaties € 10 miljoen afgelost. € 10 miljoen  wordt tijdelijk geleend via een kasgeldlening. Deze zal in 2020 wel omgezet moeten worden in een langlopende lening. Hierdoor daalt t.o.v. 2018 zowel de “Netto schuldquote” als de “Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen” met 14%. De gemeente Houten heeft ook leningen voor derden aangetrokken, deze leningen worden één op één aan deze derden doorgegeven. Bij de schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden deze leningen geëlimineerd. De leningen voor onze grondexploitaties zitten wel in deze schuldquote. Onze schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen is 77%. Hierdoor bevinden  we ons in de groene zone.

De solvabiliteitsratio van 28% bevindt zich binnen de categorie 20-50% (oranje), waarbij < 20% de gevarenzone (rood) is en de normale ratio > 50%(groen) bedraagt. Dat die van onze gemeente wat lager is(oranje), is logisch gezien onze hoge schulden (boekwaarde € 23 miljoen) van de grondexploitaties.

Het kengetal grondexploitatie is sterk verbeterd (daling 9% t.o.v. 2018) doordat de boekwaarde van de grondexploitaties in 2018 met circa € 7,4 miljoen is afgenomen. Hoe lager hoe beter.

De structurele exploitatieruimte van -0,8% geeft aan dat onze structurele lasten niet meer gedekt worden door structurele baten. Het negatieve percentage wordt voornamelijk veroorzaakt door hoge kosten Jeugd en WMO.

De belastingcapaciteit ligt nog net iets onder het landelijk gemiddelde.

Een conclusie is dat, op basis van de "werkelijk 2019" in relatie tot "werkelijk  2018", onze kengetallen zich in het algemeen positief ontwikkeld hebben. Uitzondering hierop is duidelijk de structurele exploitatieruimte. Reden voor ombuigingen in algemene zin en taakstellingen op Jeugd en WMO bij het opstellen van de begroting 2020

ga terug