Jaarrekening 2019

JAARREKENING

Staat van baten en lasten per programma

Nr.

Programma

Bedrag
begroot
primitief
uitgaven
2019

Bedrag
begroot
primitief
inkomsten
2019

Saldo
begroot
primitief

2019

Bedrag
begroot
uitgaven na
wijziging
2019

Bedrag
begroot
inkomsten na
wijziging
2019

Saldo
begroot na
wijziging

2019

Bedrag
werkelijke
uitgaven

2019

Bedrag
werkelijke
inkomsten

2019

Saldo
werkelijk


2019

00.

Samen leven

50.019.532

11.667.334

38.352.198

54.427.639

11.170.344

43.257.295

53.953.300

11.475.084

42.478.216

02.

Duurzame leefomgeving

42.610.683

33.697.179

8.913.504

45.952.340

35.988.899

9.963.441

33.990.074

25.163.175

8.826.899

03.

Goede bereikbaarheid

3.891.212

460.135

3.431.077

6.466.572

1.296.305

5.170.267

4.967.882

659.431

4.308.451

04.

Veilige leefomgeving

3.805.673

366.685

3.438.988

3.878.600

375.354

3.503.246

3.712.526

383.167

3.329.359

05.

Betrokken bij de samenleving

4.334.721

508.348

3.826.373

4.246.371

508.348

3.738.023

4.345.069

657.403

3.687.666

Totaal programma's

104.661.821

46.699.681

57.962.140

114.971.522

49.339.250

65.632.272

100.968.851

38.338.259

62.630.592

Algemene dekkingsmiddelen

Lokale heffingen

630.885

12.688.784

-12.057.899

649.031

12.848.758

-12.199.727

655.524

12.925.546

-12.270.021

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

42.364

57.114.726

-57.072.362

42.364

57.760.646

-57.718.282

58.278.607

-58.278.607

Overhead

12.100.402

215.506

11.884.896

12.066.658

205.314

11.861.344

11.894.099

235.452

11.658.647

Saldo financieringsfunctie

75.833

43.865

31.968

-106.672

15.437

-122.109

-177.429

47.009

-224.438

Vennootschapsbelasting (VpB)

674

674

Overige baten en lasten

1.980.002

1.125.489

854.513

2.007.954

1.749.739

258.215

1.668.475

2.580.353

-911.878

Onvoorzien

61.737

61.737

Totaal Algemene dekkingsmiddelen

14.891.223

71.188.370

-56.297.147

14.659.335

72.579.894

-57.920.559

14.041.343

74.066.967

-60.025.624

Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten

119.553.044

117.888.051

-1.664.993

129.630.857

121.919.144

-7.711.713

115.010.194

112.405.226

-2.604.968

Mutaties reserves

Samen leven

500.000

438.637

61.363

731.949

1.759.506

-1.027.557

1.130.185

1.305.578

-175.393

Duurzame leefomgeving

1.159.467

790.694

368.773

1.169.738

483.811

685.927

1.716.516

227.051

1.489.465

Goede bereikbaarheid

2.491.617

1.227.250

1.264.367

2.491.617

4.263.855

-1.772.238

2.491.617

3.404.944

-913.327

Veilige leefomgeving

95.000

-95.000

140.000

-140.000

142.750

-142.750

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

782.154

4.142.625

-3.360.471

1.732.154

6.204.473

-4.472.319

3.460.645

6.836.670

-3.376.025

Gerealiseerd resultaat

Gerealiseerd resultaat

124.486.282

124.582.257

-95.975

135.756.315

134.770.789

985.526

123.809.157

124.322.219

-513.062

Toelichting op staat van baten en lasten per programma

Bedrag
begroot
uitgaven na
wijziging
2019

Bedrag
werkelijk
uitgaven

2019

Saldo
werkelijk
+ = voordeel
- = nadeel
2019

Bedrag
begroot
inkomsten na
wijziging
2019

Bedrag
werkelijk
inkomsten

2019

Saldo
werkelijk
+ = voordeel
- = nadeel
2019

LASTEN
x € 1.000

BATEN
x € 1.000

Samen leven

54.428

53.953

474

-11.170

-11.475

305

Duurzame leefomgeving

45.952

33.990

11.962

-35.989

-25.163

-10.826

Goede bereikbaarheid

6.467

4.968

1.499

-1.296

-659

-637

Veilige leefomgeving

3.879

3.713

166

-375

-383

8

Betrokken bij de samenleving

4.246

4.345

-99

-508

-657

149

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

14.659

14.041

618

-72.580

-74.067

1.487

Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten

129.631

115.010

14.621

-121.919

-112.405

-9.514

Mutaties reserves:

Samen leven

732

1.130

-398

-1.760

-1.306

-454

Duurzame leefomgeving

1.170

1.717

-547

-484

-227

-257

Goede bereikbaarheid

2.492

2.492

-4.264

-3.405

-859

Veilige leefomgeving

-140

-143

3

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

1.732

3.461

-1.728

-6.204

-6.837

632

135.756

123.809

11.947

-134.771

-124.322

-10.449

Gerealiseerd resultaat

513

Programma 'Samen leven'

Verschil lasten: voordeel € 474.000 (0,9%)
 
Transformatie en toegang € 398.000V

  • In de decembercirculaire 2018 zijn door het Rijk middelen beschikbaar gesteld met omschrijving 'transformatiefonds Sociaal Domein jeugd' (€ 398.000 per jaar voor 2018 - 2020). Het Transformatiefonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen en sluit aan bij het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd. De toegekende middelen zijn bestemd voor de regio Lekstroom. Gemeente Vijfheerenlanden heeft ook Rijksmiddelen ontvangen voor de voormalige gemeenten Zederik en Leerdam. Deze middelen bleken voldoende ter dekking van de gemaakte kosten in 2019. Vandaar dat het 'Lekstroom-gedeelte' niet nodig bleek te zijn (€ 398.000 V); deze middelen zijn gestort in de bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang (PTiS).

Programma Sociale Kracht € 255.000V

  • In 2019 zien we een wisselend beeld in de geraamde en gerealiseerde kosten binnen het programma Sociale kracht. Dit komt omdat sommige projecten doorlopen (bijvoorbeeld project Sterke Buurten), sommigen zijn doorgeschoven naar 2020 (onder andere de Houtense Werkplaats) en sommige hebben minder gekost dan geraamd (onder andere Coördinatie van Zorg). In algemene zin heeft de urenbesteding in 2019 onder druk gestaan van de ombuigingsmaatregelen, waardoor projecten verschoven zijn (€ 255.000 V). Deze kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserve PTiS.

Statushouders € 181.000V

  • In 2019 is er een lagere instroom van statushouders geweest dan de jaren ervoor. Daardoor zijn in 2019 enkele voorzieningen zoals de Taalklas stopgezet. Door de lagere instroom was er ook onvoldoende belangstelling voor de opvoedtraining. Daarnaast zijn wegens personeelswisselingen in 2019 niet alle geplande projecten en pilots opgepakt (€ 181.000 V). Ook deze kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserve PTiS.

Uitvoeringskosten Regionale Backoffice Lekstroom (RBL) € 119.000N

  • Het netto effect op de bijdrage aan de uitvoeringskosten van de RBL was groter dan vooraf geraamd ( € 119.000 N). De uitvoeringskosten van RBL worden via een verdeelsleutel verdeeld over de 5 Lekstroomgemeenten. Daarnaast wordt de geleverde capaciteit daarop in mindering gebracht; hierdoor resteert de 'netto-bijdrage'. Deze netto-bijdrage was hoger, voornamelijk door (langdurige) zieke medewerkers.

Wmo-voorzieningen € 224.000N

  • De kosten voor Wmo-voorzieningen waren € 224.000 hoger dan de bijgestelde begroting op basis van de prognose in de 2e kwartaalrapportage RBL:
    • Begeleiding (€ 77.000N)
    • Huishoudelijke ondersteuning (€ 93.000N)
    • Woonvoorzieningen (€ 60.000N)
    • Diversen (€ 6.000V)
    • De voornaamste verklaringen hiervoor zijn:
  • De invoering van het landelijk abonnementstarief € 17,50 per vier weken per 1 januari 2019. De bijdrage cliënt is nooit hoger. Lagere inkomsten en aanzuigende werking voorzieningengebruik is merkbaar.
    • Door mensen langer thuis te laten wonen, is steeds meer en zwaardere ondersteuning nodig. Er is een lichte toename van het aantal cliënten, maar de indicaties zijn ook van een hogere intensiteit en zijn langer nodig waarmee de kosten toenemen.

Deze trends zijn ook landelijk zichtbaar.

Jeugdhulp € 34.000V

  • De cliëntgebonden kosten voor jeugdhulp bedroegen voor het kalenderjaar 2019 € 11,1 miljoen. In de bijgestelde begroting was op basis van de prognose in de 2e kwartaalrapportage 2019 € 10,9 miljoen geprognotiseerd. Zodoende vallen de kosten jeugdhulp 2019 ten opzichte van de prognose (€ 143.000N) hoger uit. Daarnaast heeft er nog een positieve afrekening uit oude jaren plaatsgevonden en was er een klein voordeel op de persoonsgebonden budgetten.

De verklaring van deze kleine kostendaling is met name te verklaren door:

    • Diverse facturen ontvangen voor reeds geleverde jeugdhulp voorafgaande jaren                ( € 162.000V). Jeugdhulp kan namelijk 5 jaar na levering nog gedeclareerd worden.
    • Verblijfskosten (€ 526.000N). Enerzijds is er een sterke toename zichtbaar van het verblijf zo ‘thuis’ mogelijk in een gezinshuis dan wel van logeren. Anderzijds betreft dit een sterke toename van verblijf in een residentiële instelling (verblijf overig), driemilieus voorzieningen en psychiatrische ziekenhuizen. Al deze drie verblijfsvormen worden gekenmerkt door behandeling, verblijf en overnachting met een hoge mate van toezicht in grote of kleine leefgroepen. Deze toenamen komen doordat de jeugdhulp-vraag zwaarder en complexer wordt. Deze complexiteit wordt mede versterkt door de wachtlijstproblematiek. Hierdoor moeten jongeren langer wachten op hulpverlening waardoor hun hulpvraag complexer wordt. Het laatste halfjaar was hierbij sprake van een stijging van de inzet van de driemilieus voorzieningen en het laatste kwartaal ook van het verblijf in residentiële instellingen
    • Begeleiding Individueel -Midden- (€ 148.000N). Jeugdhulpaanbieders zetten vaker ‘duurdere’ individuele één op één begeleiding als jeugdhulp in. Begeleiding aan een groep jongeren vindt steeds minder plaats. Deze vorm van begeleiding is aanzienlijk ‘goedkoper’ dan de inzet van begeleiding aan één jeugdige. Deze trend is Lekstroom breed sinds 2018 waarneembaar.
    • De overige onderdelen jeugdhulp zijn geringer van omvang (€ 124.000N). Hierbij gaat het onder andere om jeugdhulp geboden door jeugdartsen, hulp bij dyslexie en het voorzien van vervoer naar de geboden jeugdhulp.
    • Daarnaast werden voorzieningen minder langdurig ingezet dan dat deze in de tweede kwartaalrapportage van de RBL geprognosticeerd waren (€ 670.000V). Het betrof hierbij de inzet van voorzieningen van het landelijke transitie arrangement en de specialistische GGZ. Daarnaast is zichtbaar in het RBL dashboard dat in 2019 (status april 2020) nog niet alle van toepassing zijnde indicaties specialistische GGZ geheel gedeclareerd zijn over het vierde kwartaal 2019. Mogelijk worden deze kosten alsnog gedurende het kalenderjaar 2020 verzilverd, omdat deze indicaties wel ingezet zijn maar nog niet gedeclareerd zijn. Dit kan namelijk tot 5 jaar na levering.

SPUK-regeling € 129.000N

  • De stichting 'Een levend bewegen' (Meerpaal) heeft in kader van de landelijke SPUK-regeling (specifieke uitkering) beheerskosten in rekening gebracht bij de gemeente Houten (€ 129.000 N) en deze kosten worden weer verhaald bij de verenigingen (zie baten).

Bijzondere bijstand € 196.000N

  • Het nadeel bij de post 'bijzondere bijstand' (€ 196.000 N) wordt vooral veroorzaakt door hogere uitvoeringskosten door inzet van extra personeel. Dit was noodzakelijk op diverse gebieden binnen het programma Inkomensondersteuning. Bij Bijzondere regelingen is extra personeel ingezet voor het sneller afwikkelen van de voorraad onderhanden aanvragen bijzondere bijstand en om achterstanden weg te werken. Daarnaast is extra personeel ingezet in verband met ziektevervanging.

Bijstandgerechtigden € 56.000V

  • De prognose van het aantal bijstandgerechtigden 2019 bleek bij de halfjaarcijfers 2019 door de WIL te hoog ingeschat. De lichte daling heeft zich in 2019 voortgezet, wat geresulteerd heeft in lagere uitkeringen (€ 56.000 V).    

Peuteropvang-VVE  € 89.000V

  • In 2019 is er een lager bedrag aan ouderbijdragen verstrekt vanwege een lager aantal peuters op de peuteropvang. Ook op de begroting voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is er een onderschrijding. Voor de VVE geldt dat er sprake is van een doeluitkering die wordt verantwoord middels een SISA-verklaring aan het Rijk. De niet in 2019 uitgegeven uitkering komt beschikbaar in 2020. Niet bestede middelen in 2020 dienen te worden terugbetaald aan het Rijk. Gelet op de aanstaande verlaging van de doeluitkering voor VVE (in een aantal stappen naar maximaal € 64.000) zullen de begrote bedragen voor VVE en ouderbijdragen maximaal worden ingezet voor de totale uitgaven peuteropvang. Vanaf dan zal er geen sprake meer zijn van een onderschrijding.( € 89.000N).

Overige lasten < € 75.000 € 129.000V

Verschil baten: voordeel € 305.000 (2,7%)

SPUK-regeling € 340.000V

  • In kader van de landelijke SPUK-regeling (specifieke uitkering) ontvangt de gemeenten een bedrag ter compensatie van (teveel) betaalde BTW (€ 211.000V) over de gemaakte kosten van Sport.
  • De stichting 'Een levend bewegen' (Meerpaal) heeft in kader van de landelijke SPUK-regeling (specifieke uitkering) beheerskosten in rekening gebracht bij de gemeente Houten en deze kosten worden weer verhaald bij de verenigingen (€ 129.000V).

Debiteuren WIL € 137.000N

  • Voor de debiteuren WIL moet aan het einde van het jaar de waardering van deze debiteuren bepaald worden. WIL bepaalt met behulp van betalingsgedrag de percentages oninbaarheid. Dit levert een nadeel op (baten: € 137.000 N). Vooral de openstaande vorderingen Bijzondere Bijstand Zelfstandigen (BBZ) groeit fors (€ 56.000).

Bijstandgerechtigden € 65.000V

  • De in oktober 2019 definitief gemaakte BUIG-uitkering 2019 was hoger (€ 65.000V).   

Peuteropvang-VVE € 36.000N:

  • In 2019 is er een lager bedrag aan ouderbijdragen verstrekt vanwege een lager aantal peuters op de peuteropvang. Ook op de begroting voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is er een onderschrijding. Voor de VVE geldt dat er sprake is van een doeluitkering die wordt verantwoord middels een SISA-verklaring aan het Rijk. De niet in 2019 uitgegeven uitkering komt beschikbaar in 2020. Niet bestede middelen in 2020 dienen te worden terugbetaald aan het Rijk. Gelet op de aanstaande verlaging van de doeluitkering voor VVE (in een aantal stappen naar maximaal € 64.000) zullen de begrote bedragen voor VVE en ouderbijdragen maximaal worden ingezet voor de totale uitgaven peuteropvang. Vanaf dan zal er geen sprake meer zijn van een onderschrijding (€ 36.000 N).

Overige baten < € 75.000 € 73.000V

Programma 'Duurzame leefomgeving'

Verschil lasten: voordeel € 11.962.000 (26,0%)

Commerciële voorzieningen en horeca € 167.000N

  • Bij de wijziging  van de organisatiestructuur naar teams is het onderdeel juridisch beleid en de bijbehorende medewerkers ondergebracht onder dit het taakveld(€ 167.000N), dit was niet zo geraamd.

Leefomgeving € 1.090.000V

  • In 2019 is er een nieuw Water- en Riolerings Plan 2020-2023 opgesteld. Onderdeel hiervan is ook een nieuw baggerplan. Daardoor zijn in 2019 nauwelijks baggerwerkzaamheden in het kader van groot onderhoud uitgevoerd. Wel is op een aantal locaties op aanwijzing van HDSR (KEUR) ad-hoc onderhoud uitgevoerd. Het groot onderhoud baggeren wordt gedekt vanuit de voorziening Waterbodembeheer. Daarmee zijn zowel de geraamde lasten (€ 500.000V) voor groot onderhoud als de geraamde baten(zie baten) voor de onttrekking uit de voorziening niet geëffectueerd. Per saldo is dit neutraal. Om administratieve reden is dit dubbel geraamd in het product riolering, zodat de geraamde lasten nogmaals (€ 500.000V) oplevert. Dit geldt ook voor de geraamde baten(zie baten). Per saldo is dit ook neutraal.
  • Daarnaast is sprake van lagere kosten (€ 90.000V) voor de openbare verlichting omdat in afwachting van de nieuwe aanbesteding per 2021 alleen het hoognodige onderhoud is uitgevoerd. In het kader van groenwerkzaamheden is sprake van lagere kosten doordat werkzaamheden voor vergroening doorschuiven naar 2020 en doordat kosten voor het proces over de groenbestekken zijn terugontvangen.

Ontwikkelingsvisie macroniveau (Grondexploitaties) € 10.302.000V

  • In de begroting en de jaarstukken wordt het resultaat uit de grondexploitaties budgetneutraal opgenomen. Dit gebeurt door een mutatie boekwaarde te verantwoorden. Dit levert bij de lasten in 2019 een voordeel op van € 2.258.000V(verlaging boekwaarde door minder kosten dan opbrengsten). De werkelijke uitgaven voor de grondexploitaties zijn € 8.044.000V lager dan geraamd doordat de verkopen achter zijn gebleven.

Duurzaamheid en energietransitie 77.000N

  • De voorbereiding en het opstellen van het Energieplan 2020-2025 heeft onder andere als gevolg van het uitgebreide participatieproces langer geduurd dan voorzien. Hierdoor zijn niet alle beschikbare middelen (€ 88.000V) ingezet. De focus heeft in 2019 eerst gelegen op dit kaderstellende beleidsplan.
  • De lasten voor het beleidsveld afval (vallend onder deelprogramma duurzaamheid en energietransitie) zijn (€ 165.000N) hoger dan geraamd. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere BTW kosten. Deze zijn moeilijk te ramen en fluctueren met de hoogte van de kosten en opbrengsten van afval. Ook de kosten voor kwijtschelding zijn fors hoger(€ 43.000).

Cultuurhistorie en archeologie € 94.000N

  • Er is gestart met het opstellen van een plan van aanpak voor de aanpassing van het gemeentelijke erfgoed- en archeologiebeleid. De voorziene herhaling van de scan uit 2015 (0-meting) op de bouwtechnische situatie van alle monumenten heeft niet meer in 2019 plaatsgevonden(€ 40.000V). Dit wordt 2020.
  • Daarnaast is de formatie bij de RHC uitgebreid met een adviseur digitale informatievoorziening de kosten hiervan worden doorberekend aan de deelnemers (€ 134.000N zie baten). Omdat deze mutatie na de 2e bestuursrapportage heeft plaatsgevonden is dit niet verwerkt in de raming.

Saldo kostenplaatsen Ruimtelijke Ontwikkeling, Beheer Openbare Ruimte, Tractie, Gemeentewerf en steunposten € 740.000V

  • Tijdens het opstellen van de begroting 2019 worden de kostenplaatsen op basis van voorcalculatie aan de producten doorbelast. Als gevolg van de regels Besluit begroting en verantwoording(BBV) worden de kostenplaatsen bij de rekening op basis van de werkelijke kosten(salarissen en inhuur van derden) doorbelast aan de producten. Daarom is er geen saldo kostenplaatsen meer.

Overige lasten < € 75.000 € 168.000V

Verschil baten: nadeel € 10.826.000 (30,0%)

Leefomgeving € 1.000.000N

  • In 2019 is er een nieuw Water- en Riolerings Plan 2020-2023 opgesteld. Onderdeel hiervan is ook een nieuw baggerplan. Daardoor zijn in 2019 nauwelijks baggerwerkzaamheden in het kader van groot onderhoud uitgevoerd. Wel is op een aantal locaties op aanwijzing van HDSR (KEUR) ad-hoc onderhoud uitgevoerd. Het groot onderhoud baggeren wordt gedekt vanuit de voorziening Waterbodembeheer. Daarmee zijn zowel de geraamde lasten(zie lasten) voor groot onderhoud als de geraamde baten (€ 500.000N) voor de onttrekking uit de voorziening niet geëffectueerd. Per saldo is dit neutraal. Om administratieve reden is dit dubbel geraamd in het product riolering, zodat de geraamde lasten nogmaals(zie lasten) oplevert. Dit geldt ook voor de geraamde baten (€ 500.000N). Per saldo is dit ook neutraal.

Ontwikkelingsvisie macroniveau (Grondexploitaties) € 10.302.000N

  • In de begroting en de jaarstukken wordt het resultaat uit de grondexploitaties budgetneutraal opgenomen. Dit gebeurt door een mutatie boekwaarde te verantwoorden. De grondverkopen bij zowel niet bedrijventerreinen € 6.678.000N als bedrijventerreinen € 3.624.000N lager. De verwachting is dat in 2019 gezien het aantal genomen opties, deze verkopen alsnog plaatsvinden.

Duurzaamheid & energietransitie € 62.000V

  • De totale baten afval zijn (€ 101.000N) lager. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een fors  lagere vergoeding voor ingezamelde verpakkingen (ca € 89.000) dan verwacht. De opbrengst is afhankelijk van de hoeveelheid die daadwerkelijk wordt hergebruikt. Door internationale ontwikkelingen is er minder afname/vraag naar gerecycled plastic. In april 2020 wordt de verpakkingenindustrie weer zelf verantwoordelijk voor de verwerking en zijn dit soort tegenvallers van de baan.
  • Deze hogere BTW-kosten en lagere opbrengsten plastic en andere afwijkingen (per saldo € 267.000) worden afgewikkeld via de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Deze is echter ultimo 2019( € 163.000V) niet toereikend. Daardoor komt er € 104.000 ten laste van het begrotingsresultaat.

Cultuurhistorie en archeologie € 134.000V

  • Daarnaast is de formatie bij de RHC uitgebreid met een adviseur digitale informatievoorziening de kosten hiervan worden doorberekend aan de deelnemers (€ 134.000V zie lasten). Omdat deze mutatie na de 2e bestuursrapportage heeft plaatsgevonden is dit niet verwerkt in de raming.

Overige baten < € 75.000 € 280.000V

Programma Bereikbaar

Verschil lasten: voordeel € 1.499.000 (23,2%)

Autoverkeer € 569.000V

  • Voor een aantal projecten in het kader voor autoverkeer is sprake van overlopend werk naar 2020 als gevolg van een langere voorbereidingstijd (brug Troubadoursborch en de Tuin) dan gepland, ongunstige weersomstandigheden (onder andere bij toplaag fietspaden) en nieuwe afspraken met betrokkenen. Daarnaast worden ook een aantal projecten niet zelfstandig uitgevoerd, maar geïntegreerd in andere projecten die voor 2020 op de rol staan (bijvoorbeeld de in- uitrit Wapen van Schalkwijk dat wordt opgenomen in het project  aanpassing provinciale weg Schalkwijk). Tezamen met nog kleinere afwijkingen heeft dit per saldo geleid tot lagere lasten (€ 569.000V). De dekking vanuit bestemmingsreserves is hierdoor ook niet nodig.

Fietsverkeer € 994.000V

  • De lagere lasten voor fietsverkeer (€ 994.000V) wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat ook een aantal  grote projecten in het kader van fietsverkeer overlopen naar 2020 en 2021. Het project voor het aanleggen van de fietsstraat Binnenweg is uitgesteld omdat het wordt meegenomen met de aanpassing van de kruising van de Rondweg en Binnenweg. De aanleg van de fietsstraat Lobbendijk is in verband met de weersverwachtingen in het najaar uitgesteld naar voorjaar 2020. De werkzaamheden voor de aanleg van de fietsstraat Oostrumsdijkje zijn gepland voor april 2021. Dit heeft te maken met een bestemmingsplanprocedure voor de grondeigenaar en omgevingsvergunningen die nog afgegeven moeten worden. De aanleg van de fietsstraat Heemsteedseweg is vertraagd door extra onderzoeken naar mogelijke aanwezigheid van vleermuizen, hierdoor is een verlenging aangevraagd voor de uitvoering van dit werk. Aanvullende is er ook nog sprake van een scopewijziging.

Overige lasten < € 75.000 € 64.000N

Verschil baten: nadeel € 637.000 (49,2%)

Verkeersbeleid € 135.000V

  • Bij verkeersbeleid komen de opbrengsten vanuit grondverkoop tot uitdrukking. De meeropbrengst (€ 135.000V) wordt onder andere veroorzaakt door de ontvangst van de grondverkoop Fluweelmos die al in 2018 in de begroting was opgenomen, maar toen niet is ontvangen. Jaarlijks wordt het saldo van de kosten en opbrengsten van overdrachten derden gestort in de Bestemmingsreserve Beheer Openbare Ruimte.

Fietsverkeer € 766.000N

  • Voor de projecten(zie lasten) die deels gefinancierd worden met provinciale subsidie geldt dat zolang het werk niet is uitgevoerd, ook de subsidie nog niet wordt ontvangen. Dat betekent dat ook de baten lager zijn dan geraamd.

Overige baten < € 75.000 € 6.000N

Programma 'Veilige leefomgeving'

Verschil lasten: voordeel € 166.000 (4,3%)

Saldo kostenplaatsen Teams Dienstverlening en Vastgoed en interne dienstverlening € 84.000N

  • Tijdens het opstellen van de begroting worden de kostenplaatsen op basis van voorcalculatie aan de producten doorbelast. Als gevolg van de regels Besluit begroting en verantwoording(BBV) worden de kostenplaatsen bij de rekening op basis van de werkelijke kosten(salarissen en inhuur van derden) doorbelast aan de producten. Daarom is er geen saldo kostenplaatsen meer.

Overige lasten < € 75.000 € 78.000V

Verschil baten: voordeel € 8.000 (2,1%)

Overige baten < € 75.000 € 8.000V

Programma 'Betrokken bij de samenleving'

Verschil lasten: nadeel € 99.000 (2,3%)

Dienstverlening  € 83.000N

  • De hogere opbrengst gemeentelijke leges brengt met zich mee dat aangaande de rijbewijzen en reisdocumenten € 57.000 meer aan rijksleges betaald moet worden. Wat betreft naturalisatie moet € 26.000 meer aan rijksleges worden afgedragen.

Overige lasten < € 75.000 € 16.000N

Verschil baten: voordeel € 149.000 (29,3%)

Dienstverlening  € 156.000V

  • Het voordeel van op het deelprogramma Dienstverlening wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere gemeentelijke leges voor verschillende producten Burgerzaken.
    • Er zijn in 2019 veel meer (130) naturalisatieverzoeken ingediend dan verwacht (50). Dit is beïnvloed door de toename van het aantal uitgenodigde vluchtelingen(36.000V).
    • Ook het aantal reisdocumenten is veel hoger (4.360) dan werd verwacht ( 2.760). Vooral vermissingen van id-kaarten onder jongeren is hier debet aan. Daarentegen zijn er in 2019 bijna 900 rijbewijzen minder uitgegeven dan verwacht. Verwacht werden er 6.260, werkelijk waren dit er 5.670. Per saldo (€ 96.000V)
    • In 2019 is ook sprake geweest van 2x zoveel huwelijken en geregistreerd partnerschappen dan verwacht. Er is vooral een toenemende vraag naar kosteloze huwelijken en geregistreerde partnerschappen vanuit de gemeente en ook de omgeving. Deze zijn al ruim van tevoren volgeboekt. Daarom wijken bruidsparen uit naar de eenvoudige huwelijken/gps-en. Vooral voor de verkorte ceremonie op het gemeentehuis (44x) en  huwelijken op locatie (27x) was veel meer animo (€ 24.000V).

Overige baten < € 75.000 € 7.000N

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Verschil lasten: voordeel € 618.000 (4,2%)

Overhead  € 27.000V

  • Doordat bij de organisatiewijziging van afdelingen naar teams de personeelskosten van de overheadcategorieën(inkoop, juridische zaken e.d.) nog begroot waren met als uitgangspunt afdelingen, Hierdoor heeft een andere verdeling naar deze categorieën plaatsgevonden. In werkelijkheid zijn de nieuwe teams gebruikt voor deze verwerking (€ 126.000V).
  • Deze organisatiewijziging naar teams heeft ook geleid tot hogere kosten op het gebied van werving en selectie (€ 99.000N).

Algemene baten en lasten € 249.000V

  • Tijdens het opstellen van de begroting worden de kostenplaatsen op basis van voorcalculatie aan de producten doorbelast. Bij de rekening wordt op basis van werkelijke kosten doorbelast aan de producten. Het totale resultaat op de verschillende kostenplaatsen voor salarissen en inhuur en de relatie met mutaties in de bestemmingsreserve organisatieontwikkeling worden in de paragraaf Bedrijfsvoering integraal toegelicht € 928.000 V.
  • Bij de ICT derden (€ 328.000N) doordat de contract WIL per 1 mei 2018 afliep en dit in afwachting van een nieuw contract steeds stilzwijgend per maand verlengd wordt. De onderhandelingen hebben in 2019 plaatsgevonden. Dit contract wordt begin 2020 afgesloten. Geen kosten maar ook geen opbrengsten geraamd. (zie ook baten).
  • Algemene baten en lasten (€ 351.000N).
    • Het voordeel op de BTW afval en riolen teruggegeven wordt aan deze producten door een storting in voorzieningen (€ 265.000N).
    • Stelpost salarissen(algemeen) betreft niet ingezette impulsmiddelen 2019 (€ 118.000V). Deze blijven beschikbaar via de bestemmingsreserve organisatieontwikkeling.
    • Stelpost salarissen(CAO-en premiewijzigingen) levert een nadeel op (€ 204.000N) doordat de verlaging van de salarisbudgetten door het niet geheel nodig zijn in 2019 van de begrote 3% CAO-salarisverhoging verwerkt is via deze algemene post.

Overige lasten < € 75.000 € 342.000V

Verschil baten: voordeel € 1.487.000 (2,0%)

Lokale heffingen € 67.000V
Bij de baten is door de Q3-rapportage 2019 van de BghU de opbrengst onroerend zaakbelasting voor gebruikers van niet-woningen in de 2e bestuursrapportage fors naar beneden bijgesteld. Na onderzoek door de BhgU bleek deze neerwaartse bijstelling niet nodig. Er waren bepaalde aanslagen niet opgelegd, welke wel mochten worden opgelegd. Daardoor is de uiteindelijke realisatie hoger geworden dan geraamd (€ 67.000V).

Algemene uitkering € 472.000V

  • Het verschil wordt veroorzaakt door het effect uit de decembercirculaire 2019:
    • Ontwikkeling uitkeringsbasis (€ 416.000N).
    • Hoeveelheidsverschillen (€ 1.205.000V).
    • Suppletie-uitkering sociaal domein (€ 630.000N).
    • Ontvangen decentralisatie-uitkeringen (€ 320.000V).
    • Diversen (€ 7.000N).

In de raadsinformatiebrief ‘Financiële ontwikkelingen 2019’ van 27 januari 2020 met kenmerk 706571 is een uitgebreidere toelichting opgenomen.

Algemene baten en lasten € 779.000V

  • Dit voordeel wordt veroorzaakt door hogere terugontvangen BTW op leveranties derden Afval/riolen (€ 261.000V) en correctie van de afschrijvingslasten 2014 t/m 2019 Dorpshuis De Wiese door hogere bijdrage aannemer uit woningbouw De Groes (€ 116.000V).
  • ICT derden € 402.000 V (zie lasten).

Overige baten < € 75.000 € 169.000V

Mutaties reserves alle programma's

Verschil lasten: nadeel € 2.673.000 (43,6%)

Storting bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang € 398.000N

  • In de decembercirculaire 2018 zijn door het Rijk middelen beschikbaar gesteld met omschrijving 'transformatiefonds Sociaal Domein jeugd' (€ 398.000 per jaar voor 2018 - 2020). Het Transformatiefonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen en sluit aan bij het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd. De toegekende middelen zijn bestemd voor de regio Lekstroom. Gemeente Vijfheerenlanden heeft ook Rijksmiddelen ontvangen voor de voormalige gemeenten Zederik en Leerdam. Deze middelen bleken voldoende ter dekking van de gemaakte kosten in 2019. Vandaar dat het 'Lekstroom-gedeelte' niet nodig bleek te zijn. Omdat deze middelen pas in december 2018 zijn toegekend en er nog geen uitgaven gemaakt zijn, zijn ze gestort in deze reserve (€ 398.000N).

Storting bestemmingsreserve Toekomstfonds € 320.000N

  • In de decembercirculaire 2019 zijn door het Rijk doeluitkeringen beschikbaar gesteld: Deltaprogramma Ruimtelijke adaptie (€ 72.000), Klimaatmiddelen Transitievisie (€ 202.000),  Klimaatmiddelen Wijkaanpak (€ 10.000) en  Klimaatmiddelen Energieloketten(€ 37.000). Omdat deze middelen pas in december 2019 zijn toegekend en er nog geen uitgaven gemaakt zijn, zijn ze gestort in deze bestemmingsreserve(€ 320.000 N).

Storting bestemmingsreserve BOR € 227.000N

  • Conform gemaakte afspraken worden het voordelig saldo exploitatie openbare verlichting      (€ 115.000) en het positief saldo overdrachten aan derden (€ 112.000) gestort in deze reserve (€ 227.000N).

Storting bestemmingsreserve organisatieontwikkeling € 1.593.000N

  • Conform de met de raad afgesproken spelregels, waarbij de P-budgetten t/m 2019 tussen hekken zijn geplaatst, wordt het voordelig resultaat € 1.593.000 op salaris- en inhuurkosten 2019 gestort in deze reserve (€ 1.593.000N).

Storting bestemmingsreserves ICT derden € 135.000N

  • Lagere storting positief saldo ICT RUD (€ 15.000) en hogere storting positieve saldi ICT WIL en RHC (€ 146.000 en € 4.000). Dit levert een nadeel op (€ 135.000N).

Verschil baten: nadeel € 935.000 (7,9%)

Onttrekking bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang € 454.000N

  • In 2019 zien we een wisselend beeld in de geraamde en gerealiseerde kosten binnen het programma Sociale kracht. Dit komt omdat sommige projecten doorlopen (bijvoorbeeld project Sterke Buurten), sommigen zijn doorgeschoven naar 2020 (onder andere de Houtense Werkplaats) en sommige hebben minder gekost dan geraamd (onder andere Coördinatie van Zorg). In algemene zin heeft de urenbesteding in 2019 onder druk gestaan van de ombuigingsmaatregelen, waardoor projecten verschoven zijn (€ 255.000). Deze kosten worden gedekt uit deze bestemmingsreserve. Doordat de kosten lager zijn uitgevallen, is de onttrekking uit deze reserve ook lager dan begroot (€ 255.000 N).
  • In 2019 is er een lagere instroom van statushouders geweest dan de jaren ervoor. Daardoor zijn in 2019 enkele voorzieningen zoals de Taalklas stopgezet. Door de lagere instroom was er ook onvoldoende belangstelling voor de opvoedtraining. Daarnaast zijn wegens personeelswisselingen in 2019 niet alle geplande projecten en pilots opgepakt.. Ook deze kosten worden gedekt uit deze bestemmingsreserve. Vandaar dat ook hier een nadeel is ontstaan op de begrote onttrekking (€ 181.000 N).
  • Overige verschillen tellen op tot € 18.000N.

Onttrekking bestemmingsreserves Beheer Openbare ruimte (BOR) en Initieel onderhoud openbare ruimte (€ 996.000N)

  • Lagere onttrekkingen uit deze reserves door lagere kosten(vertraging geen afstel) voor:
    • Fietsverbinding Oostrumsdijkje (€ 147.000N)
    • Fietsstraat Heemsteedseweg (€ 247.000N)
    • Fietsstraat Binnenweg  (€ 96.000N)
    • Verlichting het Rond (€ 92.000N)
    • Bruggen en wegen brandweerroutes (€ 125.000N)
    • Klaprooshof (€ 50.000N)
    • Diverse projecten (€ 239.000N)

Onttrekking bestemmingsreserve organisatieontwikkeling € 753.000N

  • Vrijval uit deze reserve (€ 633.000 V) op basis van het nog benodigde gedeelte(bestedingsplan) voor 2020 en verdere jaren van € 1.872.000.
  • Lagere kosten tijdelijke (2019) versterking formatie (€ 120.000N).

Overige stortingen < € 75.000 € 2.000V

ga terug