Jaarrekening 2019

Paragrafen

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Met het oog op een betere (be)sturing en werking van een wendbare organisatie, is in 2018 de structuur (ordening) van de organisatie herijkt. Het jaar 2019 heeft in het teken gestaan van het inregelen van die nieuwe structuur. Alle managementposities zijn weer bezet en nieuwe teams zijn gevormd.
Daarnaast zijn ook de sturingsprincipes herijkt. Het streven naar eigenaarschap voor de medewerker, coachend leiderschap bij het management en het bewust kunnen kiezen tussen verschillende sturingsvormen (o.a. via programmamanagement), zijn voorbeelden van principes die we vanaf 2019 steeds beter in de praktijk proberen te brengen. Dat betekent met elkaar aan de slag zijn gegaan om gezamenlijkheid te creëren in hoe we willen (samen)werken. Dat biedt in een omgeving waarin vraagstukken elkaar in een hoog tempo afwisselen, houvast en duidelijkheid; ‘zo doen wij dat in Houten’.
Om deze principes in het dagelijks werk steeds beter tot uitdrukking te laten komen, wordt vanaf 2019 geïnvesteerd in vaardigheidsontwikkeling. Via individuele training en opleiding en ook door met elkaar te leren direct in het werk. Ook is er gestart met het ontwikkelen of vernieuwen van een aantal instrumenten, die medewerkers en management helpen bij het in praktijk brengen van gewenste manier van sturen en (samen)werken.

De technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Het belang van Informatie en digitalisering neemt alleen maar toe. Een ontwikkeling die we natuurlijk ook in Houten zien en die we goed volgen.
Het afgelopen jaar is er een start gemaakt met het opstellen van een programma Informatie. Belangrijke punten in dit programma zijn:

  • Informatiegestuurd werken
  • Digitalisering meest geleverde producten
  • Digitaal werken
  • Ontwikkelingen vakgebieden
  • Informatieveiligheid en privacy
  • Innovaties

In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op bovengenoemde ontwikkelingen.

De stand van de bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling is per 31 december 2019 € 1,872 miljoen. De besteding van deze bestemmingsreserve is gericht op de inzet voor flankerend personeelsbeleid, loopbaanoriëntatie en vitaliteitsbeleid in de periode 2020-2024.
De raad heeft bij de perspectiefnota 2018 besloten tot en met 2019 alle voor- en nadelen op beïnvloedbare formatie- en loonsom-gerelateerde budgetten te verrekenen via deze bestemmingsreserve. De afwikkeling (vrijval van € 0,633 miljoen) heeft, conform besluitvorming in de perspectiefnota 2020, in de jaarrekening 2019 plaatsgevonden.
Vanaf 2020 komen de voor- en nadelen op beïnvloedbare formatie- en loonsom-gerelateerde budgetten weer tot uitdrukking in het jaarrekeningresultaat.
De mutaties in de bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel: mutaties bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling

bedragen * € 1.000

Stand 31-12-2018

1.957

Onttrekkingen 2019:

Restant impulsmiddelen voor tijdelijke versterking van de organisatie

476

Werkbudget versterking organisatie

126

Stedenbouwkundige visie

12

Citymarketing

43

Versterking Informatiebeleid en Dienstverlening

198

Niet benodigde gedeelte kan vrijvallen

633

Totaal onttrekkingen

1.488

Toevoegingen 2019:

Tijdelijke versterking organisatie

600

Versterking Informatiebeleid en dienstverlening

135

Flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie

668

Totaal toevoegingen

1.403

Stand 31-12-2019

1.872

De middelen per 31 december 2019 zijn als volgt te specificeren:

  1. Gedeelte waarvoor op basis van besluiten al verplichtingen zijn aangegaan (€ 1,430 miljoen):
  • Restant impulsmiddelen (2018 en 2019) voor tijdelijke versterking van de organisatie (€ 0,206 miljoen)
  • Werkbudget ten behoeve van aanpassing organisatiestructuur (€ 0,074 miljoen)
  • Werkbudget programma Organisatieontwikkeling en centraal opleidingsbudget (€ 0,025 miljoen)
  • Flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie (€ 1,125 miljoen)
  1. Vitaliteitsbeleid (€ 0,442 miljoen):

Zoals bekend is er de komende jaren sprake van een veroudering van het personeelsbestand. Dit gekoppeld aan de stijgende AOW-leeftijd vraagt extra aandacht voor de vitaliteit (zeker voor wat betreft de functies in de buitendienst) van onze medewerkers. Maar ook voor het borgen van kennis, ervaring et cetera in de organisatie bij toekomstige uitstroom als gevolg van (vervroegde) pensionering. In de periode 2020-2024 zullen minimaal 20 medewerkers met (vervroegd) pensioen gaan. In de jaren daarna neemt dit aantal snel toe. Dit betekent ook dat er flinke impulsen moeten worden gegeven aan de verjonging van het personeelsbestand. Dit laatste kan alleen door de jonge generatie via op hen toegesneden moderne arbeidsmarktcommunicatie te bereiken.

Om op het bovenstaande tijdig beleid te kunnen maken zijn extra middelen nodig.
Deze midddelen worden in de periode 2020-2024 ingezet voor maatregelen in het kader van vitaliteitsbeleid, te weten:

  1. Extra aandacht voor de vitaliteit van onze medewerkers (zeker voor wat betreft de functies in de buitendienst en andere fysiek zware beroepen).

Geraamde kosten circa € 80.000.

  1. Het borgen van kennis, ervaring et cetera in de organisatie bij toekomstige uitstroom als gevolg van (vervroegde) pensionering. In de periode 2020-2024 zullen minimaal 20 medewerkers met (vervroegd) pensioen gaan. In de jaren daarna neemt dit aantal snel toe.

Geraamde kosten circa € 330.000.

  1. Investeren in toegesneden moderne arbeidsmarktcommunicatie middelen om de jonge generatie medewerkers te bereiken. Dit is noodzakelijk omdat flinke impulsen moeten worden gegeven aan de verjonging van het personeelsbestand.

Geraamde kosten circa € 30.000.

ga terug